Probeer eens een loopje

Afgelopen weekend heb ik de Dam tot Damloop gelopen. ZOEV liep dit jaar voor Malaika Kids Nederland, een organisatie die Tanzaniaanse weeskinderen helpt met het opbouwen van een beter bestaan. Het was de vierde keer dat ik meedeed, en ondanks de regen heb ik heerlijk gelopen. Het blijft een bijzonder gebeuren, die Dam tot Damloop. Zet mij op Koninginnedag in de Kalverstraat, of zelfs op de Bredeweg, en ik ga hyperventileren. Maar met 40.000 mensen van Amsterdam naar Zaandam lopen over een – op de IJtunnel na – niet bepaald spectaculair parcours vind ik wél leuk. Lees meer

Kader Abdolah lost het startschot. Weinig schrijvers bij de Letterenloop

Veel schrijvers lopen hard en veel hardlopers schrijven. De Letterenloop in Haarlem en Bloemendaal biedt een synthese. Maar na drie jaar valt het letterengehalte nogal tegen. Wat rest, is een gezellige loop langs een fraai parcours.

Als ik aankom bij de IJsbaan in Haarlem, is de Family Run al achter de rug, net als het kinderprogramma met Dikkie Dik en Geronimo Stilton. Inmiddels staat Kader Abdolah, schrijver van het Boekenweekgeschenk 2011, in trainingspak klaar om de vijfkilometerloop weg te schieten. De woorden die hij spreekt, zijn helaas onverstaanbaar. Lees meer

Lopen in de geest van Lao tse. Wenken voor de wijze loper

De Tao te King voor hardlopers, wat is dat nou weer? Hardlopen lijkt soms wel een cultus. Bibliotheken worden erover volgeschreven, gewoon voor de lol een stukje lopen is er niet meer bij. Maar bij nadere lezing blijkt dat nu juist te zijn wat dit boek beoogt: ‘Je loopt louter om het plezier / van het lopen zelf.’

81 hoofdstukjes heeft De Tao te King voor hardlopers, net als de oorspronkelijke Tao te King, het boek over levenskunst van de Chinese filosoof Lao tse (604-531 v.C.). Tao is de ondefinieerbare universele levenskracht waaruit alles in het universum voortkomt. Tao kan alleen ervaren worden in het hier en nu. Lees meer

Samen kom je verder

Als ik op zondagochtend over de Kruislaan naar de Ringdijk fiets, lijkt het wel of de hele buurt aan het hardlopen is geslagen. Snelle, langbenige jongens, rood aangelopen buurvrouwen die samen aan hun conditie werken, studentes met wapperende paardenstaarten, voorovergebogen oudere heren in bedaagd tempo.

Ik denk terug aan mijn eigen evolutie tot hardloper. Lees meer

Run2Day-team eerste winnaar Joop van Hinteschaal. Hij maakte de businessloop groot

Het winnende team van de Dam tot Dam-businessloop kreeg vorig jaar voor het eerst de Joop van Hinteschaal uitgereikt. De schaal is ingesteld ter nagedachtenis aan de vorig jaar overleden Joop van Hinte, de drijvende kracht achter de succesvolle bedrijvenloop en het vipdorp in Zaandam. Eerste winnaar was het team van Run2Day. Toploper Herman Leeman: “Het was hartstikke leuk om die schaal te krijgen.”

De businessloop van de Dam tot Damloop is de grootste in zijn soort. Ter wereld. Dat is voor een groot deel de verdienste van Joop van Hinte en zijn partner Nia Vriend. Vanaf 1989 strijden medewerkers van bedrijven tegen elkaar in de businessloop. Na afloop krijgen ze een warm onthaal door hun werkgever. Lees meer

Pacer

Mijn laatste halve marathon liep ik bijna drie jaar geleden. Na een langdurige blessure lukte het maar niet om boven de tien kilometer uit te komen. Maar toen mijn dochter me voorstelde de halve marathon in haar woonplaats Liverpool te lopen, besloot ik toch weer een poging te wagen. Elke week liep ik een stukje verder, maar ik boekte minder vooruitgang dan ik hoopte. Twee weken voor de grote dag plande ik een duurloop van twintig kilometer van Bussum naar Weesp. Na veertien kilometer door bos, hei en gras kon ik het laatste stuk over het asfalt geen stap meer verzetten. Lees meer

Achilles in Sparta. De fundamentele onvrede van ultraloper Ron Teunisse

Ron TeunisseRon Teunisse was de eerste Nederlander die de Spartathlon liep, de 246 kilometer lange ultraloop van Athene naar Sparta, waarin hij vijfmaal bij de eerste tien eindigde. Over zijn passie voor ultralopen, zijn successen en zijn mislukkingen, zijn vriendschap met collega-langeafstandsloper Jan Knippenberg én over zijn aversie tegen domme mensen schreef hij De koerier die nergens bij hoort, een bundel nuchtere, vaak humoristische, soms cynische, maar ook ontroerende columns.

“Eigenlijk ben ik ongeschikt om te lopen, ik heb een beenlengteverschil, ik ben te zwaar, ik heb een slechte rug, maar als je wil sterk is, dan kun je het.” Ron Teunisse (58) mag dan niet zo’n hoge dunk van zijn lichaam hebben, in de wereld van het langeafstandslopen wordt met groot respect over hem gesproken. Lees meer

Sneeuw

Over de veronderstelling dat de recente koude winters het gevolg zijn van de opwarming van de aarde zal ik het hier maar niet hebben. Liever behandel ik de vraag: hoe kom je als hardloper de winter door? Er zijn lopers die bij de eerste sneeuwvlok hun schoenen laten voor wat ze zijn en hun toevlucht zoeken tot sportschool of zwembad. Er zijn er ook die naarstig op zoek gaan naar schoongeveegde stoepen en fietspaden om zo gewoon mogelijk te kunnen blijven lopen. En er zijn lopers die genieten van de sneeuw en niets liever doen dan de hele dag door sneeuwhopen banjeren. Zelf behoor ik duidelijk tot de laatste groep. Lees meer

Met achtduizend Kerstmannen door Liverpool. Santa Dash 2010

Terwijl Nederland de laatste hand legde aan de Sinterklaassurprises, verzamelden zich in Liverpool op zondagochtend 5 december tegen de achtduizend deelnemers aan de Santa Dash, een Fun Run over vijf kilometer door het centrum van de stad, waarbij alle deelnemers gekleed gaan in Kerstmannenpak.

SantaDash1Toen mijn dochter in 2008 naar Liverpool verhuisde, was er één Nederlandse traditie waar ze beslist geen afstand van wilde doen: Sinterklaas. Daarom toog de familie twee jaar geleden mét surprises naar Liverpool om daar Sinterklaas te vieren. Tot onze verbazing stond de stad juist dat weekend op zijn kop vanwege een bijzondere hardloopwedstrijd, de Santa Dash. Lees meer

Vriendschappelijk vuur, een chanoekaverhaal van A.B. Yehoshua

Vanaf het begin van mijn vertaalcarrière heb ik A.B. Yehoshua al willen vertalen, maar het is er niet eerder van gekomen. Zelfs zijn iets minder geslaagde boeken zijn altijd nog een genot om te lezen. Yehoshua weet als geen ander een complete, rijkgeschakeerde wereld op te roepen, waarin zowel aandacht is voor de details in de relatie tussen man en vrouw, familieleden, collega’s, als voor de wereld om hen heen. Hij weet ook heel knap de ‘kleine’ en de ‘grote’ wereld met elkaar te verbinden zonder dat het ontaardt in clichés. Hij was een van de eerste Israëlische auteurs die schreven over de relatie tussen joden en Arabieren, hij schreef over de lotgevallen van een emigrante uit de voormalige Sovjet-Unie, en de roman Vriendschappelijk vuur  (Wereldbibliotheek, Amsterdam 2010) gaat onder meer over de rol van het Israëlische leger op de Westelijke Jordaanoever. Het genot van het lezen zit echter niet alleen in de onderwerpkeuze, maar minstens zo veel in de manier van schrijven. Yehoshua houdt van zijn personages – ook van de minder sympathieke – en beschrijft ze met compassie, maar ook met ironie en humor. Tragische gebeurtenissen worden bij Yehoshua nooit loodzwaar, omdat hij er altijd ook een absurde of groteske kant aan ontdekt, zonder dat dat afbreuk doet aan de ernst van de situatie. Daarom is Vriendschappelijk vuur voor mij een van de Hoogtepunten van mijn vertaaloeuvre.

 

De Hebreeuwse titel van het boek, Esj jedidoetiet, ‘Vriendschappelijk vuur’,  is een letterlijke vertaling van de Engelse term friendly fire, ‘eigen vuur’, die gebruikt wordt als een militair per ongeluk iemand raakt uit het eigen kamp. De titel verwijst naar de dood van de zoon van een van de personages, door ‘vriendschappelijk vuur’ gedurende zijn diensttijd op de Westelijke Jordaanoever. Net als in het Nederlands wordt de letterlijke vertaling uit het Engels doorgaans niet gebruikt in het Hebreeuws. Een van de personages heeft de term geïntroduceerd bij wijze van eufemisme, en in de loop van het boek krijgt hij steeds meer betekenissen.

Hoofdpersonen in het boek, dat oorspronkelijk in 2007 verscheen, zijn Amots Jaäri en zijn vrouw Daniëlla, allebei rond de zestig. Jaäri is directeur van een ontwerpbureau voor liften. Daniëlla, lerares Engels, gaat in de chanoekavakantie in december naar haar zwager in Tanzania, op zoek naar herinneringen aan haar oudere zuster, die daar ruim een jaar eerder is overleden. Afwisselend leeft de lezer mee met Jaäri, alleen achtergebleven in Tel Aviv, en met Daniëlla in Tanzania. Jaäri beleeft de nodige verwikkelingen met een liftschacht in een flatgebouw waaruit vreemde fluit- en jammertonen komen, veroorzaakt door mysterieuze winden (of geesten, hetzelfde woord in het Hebreeuws), waarvoor hij een oplossing moet vinden, en met zijn oude vader, zijn zoon, schoondochter, dochter en de kleinkinderen.

Daniëlla, in het verre Afrika, wordt door haar zwager geconfronteerd met het andere, minder gezellige Israël. De zwager, Jirmi, een afkorting van Jirmejahoe, Jeremia, niet toevallig een verwijzing naar de profeet, heeft met enkele jaren tussentijd de dood van zijn zoon en van zijn vrouw moeten verwerken. De dood van zijn zoon staat voor hem symbool voor het geweld dat heeft geleid tot de mislukking van Israël en van het jodendom in het algemeen, waarvan hij niets meer wil weten. Na zijn pensionering als diplomaat in Tanzania is Jirmi in Afrika gebleven, waar hij werkt als administrateur bij een project van archeologische opgravingen naar de voorouders van de mens. De chanoekakaarsen en de Israëlische kranten die Daniëlla voor hem heeft meegenomen, gooit hij in de kachel.

Behalve door het pessimisme van Jirmi wordt Daniëlla ook geraakt door de Afrikaanse cultuur en het animisme. Hier suggereert Yehoshua een relatie met de ‘geesten’ in de liftschacht waarmee haar man te maken krijgt. Aan het eind van de week keert Daniëlla ontredderd terug naar Israël. Zal ze de kracht kunnen opbrengen om samen met Amots de laatste chanoekakaars te ontsteken, een heel andere vorm van ‘vriendschappelijk vuur’, die symbool staat voor hoop in bange tijden?