Geocaching. Mijn dochter Suzanne en haar vriend Dave ontdekten het op een Engels jongleerfestival. Het is een geavanceerd soort schatzoeken, met behulp van GPS. Over de hele wereld zijn honderdduizenden caches verstopt, ook in Nederland. Midden in de stad, maar ook in natuurgebieden. Ik wilde daar meer van weten, en zo gingen we gezamenlijk op speurtocht in Utrecht.
Geocaching ontstond in 2000 in Amerika, toen GPS voor gewone mensen beschikbaar kwam. Via de officiële website geocaching.com kun je zien hoe het werkt en beschrijvingen vinden van caches (‘geheime bergplaatsen’) overal ter wereld. Maar het verdient aanbeveling eerst de Nederlandse site geocaching.nl te bekijken, met onder meer een duidelijke handleiding voor beginnende schatzoekers.
Puzzeltjes
Er zijn verschillende soorten caches. De voornaamste zijn de traditionele cache, de multicache en de mystery cache of puzzelcache (afgekort tot mystery). Bij traditionele caches krijg je de coördinaten van de cache, soms met aanvullende informatie, en kun je meteen met zoeken beginnen. Leuker zijn de multicaches, waaraan een speurtocht is verbonden. De coördinaten van het beginpunt staan vermeld, en vandaar word je via puzzeltjes en opdrachten naar de volgende punten geleid, totdat je bij de cache zelf belandt. Om die te openen, moet je soms nog een puzzel oplossen met behulp van de oplossingen die je eerder hebt gevonden. De mystery kan van alles zijn; vaak moet je hierbij al opdrachten uitvoeren voordat je vertrekt. In alle categorieën zijn zowel moeilijke als makkelijke caches te vinden. Dit staat aangegeven met sterren. Ook de begaanbaarheid van het terrein en de maat van de cache worden vermeld. De meeste caches zijn voor wandelaars, maar er zijn ook fiets- en autocaches.
Om de coördinaten te kunnen lokaliseren heb je een GPS-apparaat nodig. Met een smartphone en een Geocaching-app (€ 7,99) gaat het ook.
Je kunt naar caches zoeken, maar als je wat ervaring hebt, kun je ze ook zelf plaatsen. Op privéterrein en in natuurgebieden moet dat uiteraard wel in overleg met de beheerder. In Nederland wordt er doorgaans goed samengewerkt met natuurbeheerders. In gebieden van Staatsbosbeheer kunnen geocachers gebruikmaken van de GPS-routes van Staatsbosbeheer zelf.
Klerenhangers
Suzanne en Dave hebben een cache uitgezocht bij hen in de buurt, in Utrecht, ‘Spelen in de Vechtzoom’. Het is een multicache, speciaal bedoeld voor kinderen van zes tot tien jaar, niet te moeilijk, maar wel afwisselend. Hij voert langs zes speelplekken en beslaat ongeveer twee kilometer. Gewapend met iPhone plus app gaan we naar het eerste waypoint, het enige waarvan de coördinaten gewoon staan aangegeven in de routebeschrijving. Het is een enigszins mistroostige parkeerplaats in de wijk Overvecht. De eerste vraag heeft betrekking op het nabijgelegen speeltuintje: “Hoeveel blauwe ‘klerenhangers’ zie je hier?” Het antwoord op de vraag is nodig om het volgende waypoint te vinden. Dat ziet er zo uit in de beschrijving: N 52° 06.9(3xA) E 005° 05.8(A+1)5. N en E staan voor ‘noorderbreedte’ en ‘oosterlengte’, terwijl voor A het bij de eerste vraag gevonden getal moet worden ingevuld. De juiste coördinaten voeren we vervolgens in op de teller van de app, waarna op het bij deze cache behorende kaartje het waypoint als een vlaggetje verschijnt. Maar voor we verdergaan, ruimen Suzanne en Dave de scherven van een wodkafles op. Geheel in overeenstemming met het CITO-beginsel: Cache In, Trash Out. Een goede geocacher neemt altijd een vuilniszakje mee en ruimt de rommel op die hij onderweg tegenkomt.
Slapende poes
Het volgende waypoint vinden we zonder al te veel moeite in een nabijgelegen park: “Dit beeld lijkt nog het meest op een: Spons: B = 1; Slapende poes: B = 2; Steen met een pruik op: B = 3”. Bij waypoint 6 – “Hoeveel blauwe ‘vliegjes’ zitten gevangen in het web?” – hebben we een probleem. Het punt zou zich midden in een hondenuitlaatveldje moeten bevinden. Maar zelfs op de hondenpoep zien we geen blauwe vliegjes. Wat nu? Uiteindelijk blijkt dat ik per ongeluk het scherm heb aangetikt, waardoor er een onbedoeld waypoint is ontstaan. We verlaten voorzichtig het veldje en vinden al snel wat we zoeken: een web met blauwe dingetjes, onderdeel van een speeltoestel.
Vervolgens komen we bij de Vecht, een groot contrast met het morsige speeltuintje waar we begonnen. Via smalle paadjes en bruggetjes bereiken we de cachelocatie. Na enig zoeken vinden we het schatkistje, en dan volgt de laatste opdracht: met behulp van alle tot nu toe gevonden getallen de code vinden van het cijferslotje. Als ook dat gelukt is, zien we goodies, leuke dingetjes die eerdere vinders in het kistje hebben gestopt. Je mag ze meenemen, mits je er iets van minimaal gelijke waarde voor in de plaats legt. Er is ook een trackable bij. Trackables zijn muntjes of voorwerpen die je kunt meenemen om ze in een andere cache te leggen, zodat ze een reis langs verschillende caches maken. En er ligt een logboekje, waarin je opschrijft dat je de cache gevonden hebt en of je een trackable hebt meegenomen. We laten de goodies en de trackable liggen, maar schrijven wel onze naam in het logboekje. En dan gaan we lunchen, want dat kan gelukkig ook vlak bij onze cache!
Bonne Chance
Later noteer ik op de site dat ik de cache heb gevonden. En dat ik erover ga schrijven in Le Champion. Prompt krijg ik een mailtje van Martijn van Elsdingen, teamcaptain van Bonne Chance, de makers van de cache. Hij is een beetje bezorgd omdat ik ga schrijven over iets wat ik nog nooit eerder heb gedaan. Ik kan hem geruststellen en stel hem meteen wat vragen. Bonne Chance bestaat uit Martijn, zijn vrouw en twee kinderen van zeven en acht. Ze hebben het geocachen op vakantie in Frankrijk ontdekt. Nadat ze een heel aantal caches hadden gevonden, hebben ze er zelf een paar geplaatst: een traditionele – “Die ligt bij ons aan de overkant; vanuit ons raam zien we de mensen zoeken” – een mystery, waarvoor je eerst moet scrabbelen, en deze multicache, die Martijn samen met zijn dochter heeft gemaakt. Bonne Chance krijgt bericht als iemand een cache ‘gelogd’ heeft, maar heeft verder weinig contact met andere geocachers. “Er zijn wel gezamenlijke evenementen, maar een echte geocachegemeenschap is er volgens mij niet.” De sport spreekt vooral ‘bètamensen’ aan, denkt Martijn, vanwege het gereken met coördinaten en het gepuzzel. “Maar zelf ben ik een echte alfa”, voegt hij toe, “en geocaching is leuk voor iedereen.”
Gepubliceerd in Le Champion maart 2012