Twintig jaar geleden overleed de ooit wereldberoemde Leo Fuld, zanger van het Jiddisje levenslied. Hij werd 84 jaar oud. Mijn eerste kennismaking met Fuld (1912-1997) vond begin jaren negentig plaats tijdens het vertalen van de roman De grammatica van het gevoel van David Grossman (later heruitgegeven door Cossee als De uitvinder van geheimen). Een van de – Israëlische – personages zet in deze roman een langspeelplaat op van Leo Fuld. Ik had nog nooit van hem gehoord, en omdat in die jaren niemand van Google had gehoord, ging ik te rade bij de schrijver zelf. Grossman wist mij te vertellen dat Fuld in de jaren vijftig en zestig een wereldberoemde zanger was, die zelfs met Frank Sinatra vergeleken werd. Een paar jaar later las ik in het Amsterdams Stadsblad een interview met hem, en wat bleek: hij woonde gewoon in een flatje in Amsterdam. Hij was geboren in Rotterdam en maakte voor de oorlog al enige furore als zanger. Zijn roem drong in de jaren dertig zelfs door tot in Amerika, waar hij de oorlog doorbracht en nog vele jaren daarna. In juni 2011 schreef ik een artikel over hem in Grine medine. Een tijdschrift voor liefhebbers van de Jiddisje taal nr. 43, dat je hieronder kunt lezen. De documentaire van Netty van Hoorn die daarin ter sprake komt, staat inmiddels ook op YouTube en is eveneens hieronder te bekijken. Ook is er recentelijk een theatervoorstelling gemaakt over Leo Fuld, met Rob van de Meeberg in de hoofdrol. Hier lees je er meer over. Zie voor boekingen en speeldata www.dezee.nl.
Een echte Amsterdammer was hij niet. Integendeel, Leo Fuld, de grote zanger van het Jiddisje levenslied, werd geboren in Rotterdam. Maar na zijn imposante carrière in Amerika keerde hij op tachtigjarige leeftijd terug naar Amsterdam, waar hij in zijn laatste levensjaar een onverwachte nieuwe bloeiperiode doormaakte.
Begin jaren negentig vertaalde ik De grammatica van het gevoel van David Grossman. Deze Israëlische roman speelt zich af in een kleinburgerlijk milieu in Jeruzalem in de jaren zestig. Tijdens het bar mitswafeestje van de hoofdpersoon zet een lollige oom een fles wijn op zijn hoofd en danst daarmee op de muziek van een plaat van Leo Fuld. Of Fold, of Pold of Puld, dat kun je niet zien in het Hebreeuws. Nooit van gehoord in elk geval. Internet bestond nog niet, dus ik vroeg het maar aan de schrijver zelf. Ja, dat was een zanger van sentimentele Jiddisje liedjes, die in die tijd heel populair was in Israël, zei hij. Maar blijkbaar had ik toch niet goed opgelet, want op pagina 134 wordt de zanger opgevoerd als Leo Fold.
Amsterdams Stadsblad
Later hoorde ik nog wel eens iets over de zanger, ik begreep toen dat hij geen Fold maar Fuld heette, en dat hij in de jaren vijftig en zestig op Broadway furore had gemaakt met succesnummers als My Yiddishe Mama en Woe ahin zol ich gejn. Zo’n typisch Amerikaans-joodse zanger, dacht ik, waarschijnlijk allang overleden. Totdat ik op een dag in het Amsterdams Stadsblad een interview las met de oude zanger Leo Fuld, die met zijn jongere vrouw in een flatje in Amsterdam woonde, omringd door herinneringen aan zijn carrière. Helemaal geen Amerikaan, maar gewoon een Nederlander!
Maar zo gewoon bleek hij nu ook weer niet, toen ik me wat meer in hem ging verdiepen. Leo Fuld werd in 1912 geboren in een arm, kinderrijk gezin in Rotterdam. Zoals veel joodse zangers begon hij zijn carrière in de synagoge. Al op zijn zestiende fungeerde hij als chazan in diverse sjoels. Daarnaast was hij op wereldse podia actief. Aanvankelijk in een café op de Rotterdamse Kruiskade, vervolgens ook in Amsterdam, maar al snel voor de VARA-radio en zelfs bij de BBC. Zijn repertoire bestond niet alleen uit Jiddisje liederen, maar ook uit bekende Nederlandse en Engelse nummers.
Eind jaren dertig was zijn roem ook tot in Amerika doorgedrongen. Tijdens zijn eerste tournee daar brak de Tweede Wereldoorlog uit. Hij bleef in Amerika en zong met een showorkest voor de radio. Hij werd steeds succesvoller als vertolker van het Jiddisje levenslied. Opmerkelijk, want hoewel hij een mooie stem had, zong hij zijn tekst met een overduidelijk Nederlands accent en een Rotterdamse r.
Edith Piaf
Toen na de oorlog slechts één zuster de jodenvervolging overleefd bleek te hebben, besloot Fuld niet naar Nederland terug te keren. In Amerika werd hij wereldberoemd met Jiddisje klassiekers. Veel indruk maakte het half Jiddisje, half Engelse Woe ahin zol ich gejn / Tell Me Where Shall I Go uit 1947. De versie die Fuld zong, was gebaseerd op de Jiddisje tekst die de Poolse tekstdichter S. Korn-Teuer (1890-1941) al voor de oorlog schreef, en die het lot beschrijft van de opgejaagde joden die nergens heen konden, omdat alle landen hun deuren gesloten hielden. Maar Fulds versie is voorzien van een optimistisch slotcouplet met Engelse vertaling over het inmiddels gerealiseerde beloofde land dat een eind zal maken aan het joodse lijden. Hieronder de originele, prezionistische versie, gevolgd [en dit is een toevoeging van 2 december 2017] door de optimistische Engelse tekst:
–דער ייִד װערט געיאָגט און געפּלאָגט
,נישט זיכער איז פֿאַר אים יעדער טאָג
,זײַן לעבן איז אַ פֿינצטערע נאַכט
.זײַן שטרעבן, אַלץ פֿאַר אים איז פֿאַרמאַכט
,פֿאַרלאָזן, בלױז מיט שׂונאים, קײן פֿרײַנט
.קײן האָפֿענונג, אָן אַ זיכערן הײַנט
,װוּ אַהין זאָל איך גײן
?װער קאָן ענטפֿערן מיר
,װוּ אַהין זאָל איך גײן
?אַז פֿאַרשלאָסן ז’יעדע טיר
,ס’איז די װעלט גרױס גענוג
.נאָר פֿאַר מיר איז ענג און קלײן
װוּ אַ בליק
.כ’מוז צוריק
.ס’איז צעשטערט יעדע בריק
?װוּ אַהין זאָל איך גײן
Tell me, where can I go?
There’s no place I can see.
Where to go, where to go?
Every door is closed for me.
To the left, to the right,
It’s the same in every land.
There is nowhere to go
And it’s me who should know,
Won’t you please understand?
Now I know where to go,
Where my folk proudly stand.
Let me go, let me go
To that precious promised land.
No more left no more right.
Lift your head and see the light.
I am proud, can’t you see,
For at last I am free:
No more wandering for me.
Mede door dit lied werd Fuld ook buiten Amerika een bekende zanger. Hij ging in de jaren vijftig en zestig veelvuldig op tournee en trad op met beroemdheden als Edith Piaf en Frank Sinatra. In 1951 maakte hij in Londen een plaatopname van Itsik Mangers Oifn weg sjtejt a boim, in aanwezigheid van de dichter, die toen in Londen woonde. Fuld had in de jaren vijftig een eigen club in New York en ging later naar Las Vegas. Ook kreeg hij verrassend genoeg bekendheid in de Arabische wereld en trad hij op in Libanon, Egypte en Tunesië.
Raiband
In de jaren zeventig raakte hij langzaam maar zeker in de vergetelheid en in 1992 kwam hij, oud en eenzaam, terug naar Nederland, naar Amsterdam ditmaal. Daar beleefde hij een onverwachte revival. Nadat in 1994 cineaste Netty van Hoorn een documentaire over hem had gemaakt – genomineerd voor het Gouden Kalf – werd hij kort voor zijn dood opgespoord door Mohamed el Fers, een Nederlands-Algerijnse televisieproducent. Deze kende Fulds muziek uit zijn jeugd en hoorde er een Midden-Oosterse onderstroom in. Hij bracht Fuld in contact met een Algerijnse raiband en tezamen traden ze op bij het VARA-programma Kopspijkers voor een enthousiast publiek van voornamelijk Marokkanen, dat maar niet genoeg kon krijgen van Fulds Jiddisje repertoire. Woe ahin zol ich gejn zong Fuld op aanraden van El Fers maar niet.
Uit deze curieuze maar zeer geslaagde samenwerking kwam ook een cd voort, The Legend. En een cd’tje met de Oranjehymne ‘God zegen Nederland’, dat in 1997 uitgeroepen werd tot ideaal lied bij de toekomstige abdicatie van Beatrix. Dit gebeurde door de Oranjologen, een gezelschap journalisten, onder wie Paul Damen, René Zwaap en Arthur van Amerongen, die van Fuld een soort cultfiguur wilden maken. Fuld overhandigde de cd op Koninginnedag 1997 onaangekondigd aan de koningin bij haar bezoek aan Marken. Die geduldig glimlachend toeluisterde terwijl hij op straat het hele lied voor haar zong. Willem-Alexander kreeg vervolgens een stapel cd’s mee, ‘om aan iedereen uit te delen’. 1997 leek het jaar van Fulds wederopstanding te worden. Hij trouwde voor de vierde keer, en er waren plannen voor meer televisieoptredens en cd-opnamen, maar helaas, nog geen twee maanden na Koninginnedag overleed Leo Fuld, 84 jaar oud.
In 2003 verscheen een herziene herdruk van mijn Grossman-vertaling, onder de naam De uitvinder van geheimen. Op pagina 166 zet oom Lonjoe een plaat op van Leo Fuld.
Mede dankzij Fulds nieuw verworven cultstatus in zijn laatste levensjaar is er op internet veel over hem te vinden, zowel oude plaatopnamen als filmpjes met recentere televisieoptredens. Ook zijn ode aan de koningin is integraal te zien. Een uitgebreid overzicht van leven en werken van Fuld biedt de website van zijn platenlabel www.hipporecords.nl. De film van Netty van Hoorn is op DVD te bestellen bij www.nettyvanhoorn.nl. [N.B. Dit werd geschreven in 2011. Recentere informatie is hierboven te vinden.]