Natan Zach, een van de belangrijkste Israëlische dichters, is overleden. Hij was 89 jaar. Zijn gedichten vielen op door hun informele toon, schijnbaar eenvoudige stijl en het meestal ontbreken van rijm: ‘een poëtica van bescheidenheid’.
In 2008 vertaalde ik voor Poetry International tien van zijn gedichten. Dit zijn er twee.
Eén moment
Eén moment stilte alstublieft. Ik zou nu
graag iets willen zeggen. Hij liep
me rakelings voorbij. Ik kon de slippen van
zijn mantel aanraken. Ik deed het niet. Wie had kunnen
weten wat ik toen niet wist.
—
Aan zijn kleren kleefde zand. In zijn baard
zaten twijgjes. Hij had blijkbaar
de nacht daarvoor in het stro geslapen. Wie had kunnen
weten dat hij de volgende nacht
leeg zou zijn als een vogel. Hard als een steen.
—
Ik kon het niet weten. Ik beschuldig hem
niet. Soms voel ik dat hij opstaat
in zijn slaap, maanziek als de zee, voor me langs gaat, me zegt:
Mijn zoon.
Mijn zoon. Ik wist niet dat jij, in deze mate, bij me was.
Tegen afscheid nemen
Mijn kleermaker is tegen afscheid nemen.
Daarom, zei hij, gaat hij niet meer op reis, hij wil geen
afscheid nemen van zijn enige dochter. Hij is absoluut
tegen afscheid nemen.
—
Ooit moest hij afscheid nemen van zijn vrouw en haar
heeft hij nooit meer teruggezien (Auschwitz). Hij moest afscheid nemen
van zijn drie zusters en ook hen
heeft hij nooit meer gezien (Buchenwald). Ooit
moest hij afscheid nemen van zijn moeder (zijn vader is op hoge
leeftijd gestorven). Nu is hij
tegen afscheid nemen.
—
In Berlijn was hij
mijn vaders trouwe vriend. Ze hadden een leuke tijd
in dat Berlijn. Die periode
is voorbij, vervloekt. Van nu af
gaat hij nooit meer op reis. Hij is
absoluut
(mijn vader is inmiddels overleden)
tegen afscheid nemen.
Zach zou de gedichten zelf komen voordragen op het 39e Poetry International Festival in Rotterdam (7-13 juni 2008). Op het laatste moment zegde hij af. Hij had er geen zin in, liet hij weten. Hij had wel genoeg festivals bezocht. Daardoor heb ik hem helaas nooit persoonlijk ontmoet. Maar ik ontmoette hem in zijn werk, en dat beviel heel goed. Ik voelde me meteen thuis in wat hij zelf noemde zijn ‘poëtica van bescheidenheid’. In het programmaboekje van Poetry International schreef ik het volgende nawoord:
Ik kan er nog aan toevoegen dat ook Shulamith Bamberger poëzie van hem vertaalde.
Natan Zach heeft als piepjonge officier gevochten in de Onafhankelijkheidsoorlog en heeft zo meegeholpen aan de totstandkoming van de staat Israël. Zoals uit het bovenstaande nawoord blijkt, stak hij na de Zesdaagse Oorlog zijn kritiek op de bezetting van de gebieden en de achterstelling van de Palestijnen niet onder stoelen of banken. Dat is tot het eind van zijn leven zo gebleven. In 2013 schreef hij in de krant Jediot Acharonot dat hij niemand meer zou aanraden naar Israël te komen. Zijn kritische opstelling had zelfs tot gevolg dat zijn gedichten niet meer op de middelbare school werden onderwezen. Toch is hij zijn land trouw gebleven, totdat hij in november 2020 aan alzheimer overleed.