In augustus 2015 overleed volkomen onverwacht Shlomo Berger, bijzonder hoogleraar Jiddisje taal en cultuur (in het bijzonder in Nederland). Hij was copromotor van mijn in 2014 verschenen proefschrift. Voor Grine Medine 61 schreef ik het onderstaande in memoriam.
Op 19 augustus zag ik in een Facebookbericht van joods educatief centrum Crescas plotseling een foto van Shlomo Berger opdoemen. Ging hij een cursus geven? Toen las ik de begeleidende tekst:
Zojuist bereikte ons het afschuwelijke bericht dat professor Shlomo Berger, bijzonder hoogleraar Jiddische taal en cultuur aan de UvA, na een kort ziekbed is overleden. Professor Berger zou op 1 september 62 jaar zijn geworden.
Aanvankelijk geloofde ik het niet. Shlomo overleden, een van de meest levendige personen die ik kende? Toch was het waar. Na een operatie aan zijn rug kwam hij niet meer bij kennis. Hij overleed na enkele dagen aan een bacteriële infectie. Omdat hij geen familie had in Nederland, hebben zijn naaste collega’s tot zijn laatste uur bij hem gewaakt.
Moedertaal
Toen Shlomo Berger rond 1990 uit Israël naar Amsterdam kwam, had hij niet de bedoeling zich met Jiddisj bezig te houden. Hij had oude geschiedenis gestudeerd aan de Ben Goerion-universiteit en aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem. Zijn proefschrift, Revolution and Society in Greek Sicily and Southern Italy (1987, handelseditie 1992), had al evenmin iets met Jiddisj te maken. Maar hij had iets wat zijn latere collega’s ontbeerden: Jiddisj was letterlijk zijn moedertaal. Zijn ouders spraken Jiddisj, en hoewel Shlomo met Hebreeuws was opgevoed, sprak hij toch vloeiend Jiddisj.
Prof. dr. Rena Fuks-Mansfeld, hoogleraar joodse geschiedenis en docent Jiddisj aan de Universiteit van Amsterdam, liep tegen haar pensioen en moedigde Shlomo aan zijn wetenschappelijke talenten aan het Jiddisj te wijden. En inderdaad begon hij vanaf 1995 colleges Jiddisj te geven, naast onder meer modern Hebreeuws en joodse geschiedenis. Na verloop van tijd organiseerde hij een jaarlijkse collegereeks en een symposium over een Jiddisj onderwerp, waaraan ook heel wat lezers van Grine medine hebben deelgenomen. In 2005 werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Jiddische taal en cultuur (in het bijzonder in Nederland)’, vanwege het Menasseh ben Israel Instituut. Al daarvoor was hij een van de initiatiefnemers van het onderzoeksproject ‘Yiddish in the Netherlands, an expression of Ashkenazic culture’.
Zo kwam ik met Shlomo in aanraking. Mijn proefschrift over de Koerant, de in Amsterdam gedrukte Jiddisje krant die in de jaren tachtig van de zeventiende eeuw verscheen, maakte onderdeel uit van het project. Omdat Shlomo aanvankelijk nog geen hoogleraar was, was hij formeel mijn copromotor, naast promotor Irene Zwiep, maar hun aandeel was gelijkwaardig.
Frivool
Aanvankelijk moesten we aan elkaar wennen, Shlomo en ik. Ik had na mijn studies Nederlands, Hebreeuws en Jiddisj de wetenschap verlaten en was de literaire en journalistieke kant op gegaan. Shlomo was een echte wetenschapsman. Toen ik mijn eerste concepthoofdstuk inleverde, vond Shlomo dat veel te frivool. Hij sprak toen de gedenkwaardige woorden: ‘Een proefschrift moet saai en degelijk zijn.’ Maar gaandeweg begonnen we elkaar beter te begrijpen, en toen ik – veel later – grafieken en tabellen had geproduceerd om aan te tonen hoe de redacteur van de Koerant zijn bronnenmateriaal had geselecteerd, reageerde Shlomo oprecht enthousiast. Zó hoorde een proefschrift eruit te zien. Saai? Integendeel!
Dat was ook wel fijn aan Shlomo: als iets in zijn ogen niet deugde, stak hij zijn ergernis niet onder stoelen of banken, wat soms hard aankwam, zeker als hij het per e-mail deed, in zijn lapidaire, niet geheel foutloze Nederlands, maar als hij iets goed vond, liet hij dat ook duidelijk blijken.
Shlomo is in stilte begraven in Israël, maar op 15 oktober hebben we hem in Amsterdam herdacht in een volle zaal met toespraken en muziek, waarbij je alleen maar kon denken: wat jammer dat hij het zelf niet meer kan meemaken.■
Hier kun je het artikel als PDF lezen.
1 ping
[…] dat ook te maken met het feit dat bijna een jaar geleden mijn copromotor prof. dr Shlomo Berger overleed, volstrekt […]