In veel landen is de fiets vooral een sportattribuut. In Nederland is het in de eerste plaats een vervoermiddel. Wij hebben een buitenlander nodig om ons te vertellen hoe bijzonder dat is. De Amerikaan Pete Jordan was als kind al in de ban van de fiets, verhuisde naar Nederland en schreef dé geschiedenis van het fietsen in Amsterdam.
“Nederlanders reageren verbaasd als ik vertel dat ik voor het fietsen naar Nederland ben gekomen”, zegt Pete Jordan (46). “Als kind in San Francisco was ik al gek van fietsen. Toen ik acht was, nam ik een krantenwijk en kocht ik mijn eerste fiets. Een oud, groen barrel, dat ik Dill Pickle (Augurk) noemde.” De Augurk hield het niet zo lang vol, maar sindsdien heeft Jordan steeds een fiets bezeten. “En altijd een simpele stadsfiets.”
Planologie
Ook zijn beroepskeuze stond in het teken van de fiets. “Ik studeerde planologie in San Francisco en onderzocht hoe je steden kunt ontwerpen vanuit het perspectief van de fietser.” Een foto uit de jaren vijftig bracht hem op het spoor van Amsterdam. “De fotograaf had een zwerm fietsers op de gevoelige plaat vastgelegd, die als één ondeelbare eenheid een kruispunt in Amsterdam overstak”, schrijft Jordan. “Maar zelfs als er door de gefotografeerde straat tegenwoordig nog maar een fractie fietste van het aantal op de foto, zou Amsterdam nog steeds een veel heerlijker fietsstad zijn dan welke stad in Amerika ook, meende ik. Als student stedenbouwkunde moest ik daarnaartoe, moest ik daar zijn, om te leren hoe je een stad fietsvriendelijk moest maken.”
Jordan ging daarom in 2002 een semester lang stedenbouwkunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Natuurlijk kocht hij meteen een fiets en verkende hij daarmee grondig de stad. “Al mijn scripties gingen over het Amsterdamse fietsverkeer. Ik kwam erachter dat er veel minder werd gefietst dan op de foto. Dat maakte me nog nieuwsgieriger naar de geschiedenis van het fietsen in Amsterdam.” Omdat een serieuze studie over dit onderwerp niet bleek te bestaan, schreef hij die zelf maar: De fietsrepubliek.
Fietsscholen
Na het semester bleef hij in Nederland. Zijn vrouw vond het prima en begon na een paar jaar zelfs haar eigen fietsenwinkel. Zijn zoon Ferris (8) werd bijna op de fiets geboren en heeft inmiddels een eigen fiets. “Met een kilometerteller”, vertelt zijn vader trots. “Sinds januari heeft hij al vierhonderd kilometer gereden.”
Jordan vlooide archieven en boeken door, analyseerde het fietsbeleid van gemeentebestuur en politie en gebruikte zijn eigen ervaringen als kapstok. Daardoor is De fietsrepubliek niet alleen een informatief, maar ook een prettig leesbaar en persoonlijk boek geworden. “Ik wilde Amerikanen uitleggen wat Nederland zo’n leuk fietsland maakte, maar gaandeweg merkte ik dat Nederlanders hun eigen fietsgeschiedenis niet kenden.”
Inderdaad valt er heel wat nieuws te ontdekken. Zoals het bestaan van overdekte fietsscholen voor welgestelde dames rond de vorige eeuwwisseling. Of de komst van de eerste verkeersagent, die de chaos alleen maar erger maakte.
Terwijl mensen in andere landen overstapten naar de auto, werd in Nederland de fiets almaar populairder, in alle lagen van de bevolking. Jordan: “Het heeft te maken met het Nederlandse temperament: praktisch, niet statusgevoelig. Zelfs koningin Wilhelmina reed op de fiets.”
Witte Fietsenplan
Veel aandacht besteedt Jordan aan de Tweede Wereldoorlog. Aan de hongertochten op fietsen met houten banden, aan de koeriersters (zie kader), maar vooral aan de inbeslagname van fietsen door de Duitsers. Formeel “om de mobiliteit van de Duitse troepen te vergroten”, maar ook, meent Jordan, omdat de Duitsers een hekel hadden aan het anarchistische Nederlandse fietsverkeer. De Nederlanders waren dusdanig aan hun fiets gehecht dat de maatregel op grote schaal werd gesaboteerd. Een Duits rapport uit 1942 constateerde verbaasd dat de fietsenvordering meer weerstand opriep dan de anti-joodse maatregelen en het doodschieten van gijzelaars. Decennia later kregen Duitse toeristen in Nederland nog regelmatig toegevoegd: “Eerst mijn fiets terug!”
Jordan ontkracht ook de mythe van het Witte Fietsenplan uit de jaren zestig van provo Luud Schimmelpennink, waarbij iedereen gratis een witgeverfde fiets kon gebruiken, om hem elders weer achter te laten voor een andere gebruiker. Het project haalde de wereldpers: er zouden honderden witte fietsen door Amsterdam rijden. “In werkelijkheid is het plan nooit van de grond gekomen”, zegt Jordan.
De laatste tijd wordt er in Amsterdam veel geklaagd over ‘hufterig’ rijgedrag van fietsers. Jordan vindt het nogal meevallen: “Die klachten zijn er altijd geweest. Maar iedereen weet wanneer je je echt aan de regels moet houden. De gemeente doet ook steeds meer om de stad fietsvriendelijk te maken.”
Klachten over toeristen die fietsers hinderen of met hun huurfietsen de stad onveilig maken, kent Jordan natuurlijk ook. “Ik geef fietstours voor buitenlanders, en mijn uitgever wil dat ik een fietsgids schrijf voor toeristen”, aldus Jordan, die niet van plan is uit Nederland weg te gaan. “Niet alleen om het fietsen, maar om de hele manier van leven hier.”
Pete Jordan, De fietsrepubliek. Vertaling Rob van Moppes. Podium, Amsterdam 2013. 384 p. € 22,50
(Oorspronkelijk verschenen als: In the City of Bikes. The Story of the Amsterdam Cyclist. Harper Perennial, New York 2013)
Op het Hekelveld, een onooglijk pleintje vlak bij het Amsterdamse Centraal Station, staat een granieten zuiltje met een koperen gedenkplaat waarop vermeld staat dat hier op 4 mei 1945 de laatste koerierster uit het verzet werd vermoord, Annick van Hardeveld (21). Op 4 mei komen hier Amsterdamse fietskoeriers bijeen om hun illegale collega’s uit de oorlog te herdenken. Fietskoeriers waren toen meestal vrouwen, omdat die minder risico liepen om aangehouden te worden. Ze vervoerden onder meer illegale kranten. Jordan bezoekt zo’n herdenking en krijgt bijna ruzie met de koeriers. Zij menen dat Annick sneuvelde terwijl ze kranten rondbracht. Maar Jordan weet het beter: ze was op weg om een mondeling bericht over te brengen aan verzetsleden. Op het Hekelveld werd ze doodgeschoten door leden van de Grüne Polizei, die waarschijnlijk niet eens wisten dat ze koerierster was. Jordan is gefrustreerd omdat hij niet geloofd wordt, maar bedenkt uiteindelijk: “Zij hadden Annick beschouwd als een van hen, dus zij mochten een verhaal rond haar verzinnen waaraan zij het meest behoefte hadden.”
Oorspronkelijk verschenen in Moving People april 2014. Je kunt het hier als PDF lezen: