De halve marathon van Zwolle: hoe kom je op het idee? Ten eerste, je ziet de zon ondergaan tijdens het lopen, ten tweede, je loopt drie rondjes door het fraaie centrum van de oude Hanzestad, ten derde, het vormde een mooie aanleiding om een weekendje weg te gaan met zijn tweeën. Vijf dagen voor het evenement leek het feest niet door te kunnen gaan, want ik ging door mijn rug en kon niet eens meer mijn eigen schoenveters strikken. Maar door een wonder (en de handen van de fysiotherapeut) kon ik zaterdagavond toch aan de start verschijnen (met zelfgestrikte veters).
Het startschot klinkt. Geen idee of ik het kan volhouden, maar het voordeel van een parcours dat uit meerdere ronden bestaat, is dat je nooit ver hoeft te wandelen naar de finish als je moet opgeven. Het eerste rondje gaat in elk geval lekker, en ik geniet. Van de zon, die uitbundig schijnt nadat het twee uur lang geregend heeft, van het publiek en de andere deelnemers, die er allemaal zin in lijken te hebben, en vooral van het feit dat ik hier tegen alle verwachtingen in toch maar loop. Na een aanloop van zo’n anderhalve kilometer vanaf het Stadskantoor achter het station bereiken we het oude centrum. We worden toegezongen door een André Hazes-achtige zanger in een soort container die als een stadspoort boven het parcours uittorent. En dat is slechts een van de vele muzikale attracties die deze loop te bieden heeft.
De eerste kilometer meet volgens mijn Garmin trouwens slechts 767 meter. Als dat zo doorgaat… Maar verdere afstandsaanduidingen zie ik niet, totdat ik na ruim vier kilometer een bordje ‘10 km’ ontwaar. Ja, duh, dat is pas voor de volgende ronde! Nu is het trouwens wel zaak uit te kijken naar Fred, mijn man en trouwe supporter. Het zou niet voor het eerst zijn dat wij elkaar bij een dergelijk evenement over het hoofd zien. Maar hij staat op zijn post. En een paar kilometer later duikt hij weer op. En zo gaat het drie ronden lang! Hij was aanvankelijk sceptisch over mijn idee om te gaan ‘hollen in Zwolle’, maar nu staat hij er toch maar!
Ergens naast mij hoor ik een meneer geanimeerd vertellen over zijn werk als leraar in het speciaal onderwijs. Zijn gesprekspartner heeft rood haar, draagt een groen shirtje en is minstens dertig centimeter langer dan hij. Is dat niet die…? Maar dan hoor ik al om me heen uit het publiek: ‘Hé, Bas!’, ‘Kijk, dat is Bas van de Goor!’, ‘Hoe gaat het, Bas?’ Juist, die beroemde ex-volleyballer met diabetes, die ook in Zwolle blijkbaar zijn Foundation promoot (www.bvdgf.org). Bijna het hele parcours lang hoor ik vervolgens zijn naam roepen, hetgeen betekent dat hij ongeveer net zo hard loopt als ik. En dat voor een ex-topsporter! Dan deed Lance Armstrong het nog altijd beter in de New York Marathon. Maar misschien doet Bas het wel expres rustig aan, om zich tussen het gewone volk te kunnen mengen. Daar kan hij vast meer steun verwerven voor de strijd tegen diabetes dan tussen de ternauwernood tot zijn middel reikende supersnelle Kenianen. Die trouwens halverwege de eerste ronde langs komen stuiven, voorafgegaan door motoren met zwaailichten en sirenes die iedereen aan de kant dwingen. Een tijdje later volgt een wat bescheidener exercitie voor de eerste dame: op het oog een meisje van tien, met vlechtjes. Maar de mevrouw achter de balie van ons hotel vertelt later op gezag van Omroep Zwolle dat Flomena Chepchirchir al vier kinderen heeft en het prijzengeld (€ 1000) goed kan gebruiken.
Ik heb inmiddels mijn eerste rondje erop zitten, merk ik als ik de Hazespoort weer passeer. Het gaat nog steeds lekker. Ik blijf me verbazen over mijn eigen lichaam. Het weer is ook goed, wat wolken, af en toe zon, geen sprake van regen meer. Ik realiseer me dat ik, zoals gewoonlijk, nauwelijks de omgeving in me opneem. En daar was ik toch juist voor naar Zwolle gekomen? Maar het publiek merk ik wel op. Het blijft hartverwarmend, al die wildvreemde mensen die de moeite nemen om jou aan te moedigen. Ook tijdens de tweede en zelfs de derde ronde, als het al donker begint te worden en een beetje koud.
Mijn snelheid neemt af, merk ik. Af en toe haal ik iemand in en dan merk ik dat ik nog best kan versnellen, maar toch zak ik telkens weer terug. Nou ja, mijn lichaam zal er vast een bedoeling mee hebben, en onder de gegeven omstandigheden is het misschien wel zo verstandig om naar mijn lichaam te luisteren. Al blijft het een ingewikkelde materie, de communicatie tussen jou en je lichaam.
Dan passeer ik het bordje ‘20 km’, dat ik overigens al tweemaal eerder was tegengekomen. Mijn stopwatch nadert akelig dicht de twee uur. Als de laatste kilometer nu ook eens 767 meter is… Dat blijkt niet het geval. Maar als ik Hazes nogmaals gepasseerd ben (Henk Klompemaker heet hij trouwens), komt de finish toch echt in zicht. Bij de Grote Kerk, waar muziek klinkt (DJ Hans Stroeve), waar de terrasjes vol zitten, en waar de medailles worden uitgedeeld. Wat ben ik blij als ik er een omgehangen krijg! Eigenlijk ben ik nog helemaal niet moe. Had ik dan toch sneller gekund? Want mijn tijd, die ligt, laten we zeggen, een flink aantal minuten boven mijn PR. Maar daarover niet getreurd. Ik heb het gehaald, en wie had dat een paar dagen geleden durven dromen?
Als ik mijn trouwe supporter heb opgespoord, gaan we op zoek naar iets te eten. Het is inmiddels half elf, en hoewel de terrasjes nog steeds vol zitten, blijken de keukens allemaal gesloten. Op die van McDonald’s na. En zo eindigt deze Zwolse Halve Marathon met een BigMac op de Grote Markt.
Mocht je werkelijk geïnteresseerd zijn in mijn eindtijd, dan kun je die natuurlijk vinden op www.halvemarathonzwolle.nl. En kijk dan meteen hoe je je kunt inschrijven voor volgend jaar, want het is echt leuk, hollen in Zwolle!
Oorspronkelijk gepubliceerd op de website van hardloopvereniging ZOEV in juni 2008