Het stempel van de vertaler

Bij de Literaire Vertaaldagen in december 2023 nam ik deel aan de workshop ‘Schrijven over vertalen’. Iets waar ik al de nodige ervaring mee heb opgedaan, maar je kunt altijd weer iets nieuws leren. Workshopbegeleider Eva Wissenburg had ons drie teksten over vertalen toegestuurd met de opdracht een stuk van vijfhonderd woorden over vertalen te schrijven in de stijl van een van de teksten. Ik koos voor de tekst ‘Zelfreflectie‘ van Robbert-Jan Henkes, omdat ik het leuk vond om eens een stijl uit te proberen die een beetje afweek van de manier waarop ik zelf meestal schrijf. Bovendien ben ik het vaak niet eens met de vertaalopvatting van Henkes en zijn kompaan Erik Bindervoet, en dat maakte het extra aardig om in Henkes’ stijl mijn eigen vertaalopvattingen te verwoorden. Dat pakte eigenlijk best goed uit, vond ik, en daarom publiceer ik het stuk hieronder.

 

Boekenlegger ter gelegenheid van de actie ‘Vertalers zichtbaar’ in 2009. Maar wat betekent ‘zichtbaar’ eigenlijk?

Het stempel van de vertaler

Mag je als vertaler je eigen stempel drukken op een vertaling?

Nee, natuurlijk niet, het is immers de tekst van een ander. Die heeft niet gevraagd om jouw stempel.

Aan de andere kant, een vertaler is geen machine, en geen twee vertalers vertalen hetzelfde. Dat gaat vaak onbewust. Je probeert de originele tekst zo goed mogelijk in je eigen taal weer te geven, met alle stijlkenmerken en nuances, maar er sluipt altijd iets van jezelf in. Je hebt nu eenmaal een bepaald taalgebruik, je gebruikt sommige woorden wel of juist niet. Ik zeg bijvoorbeeld nooit ‘alsmaar’, dat komt gewoon niet bij me op, ik zeg liever ‘voortdurend’ of ‘de hele tijd’.

Toch probeer ik altijd wel zo te schrijven als ik denk dat de auteur het bedoeld heeft. Ik leg er niet bewust dingen van mezelf in. Behalve soms kleine dingetjes die ik alleen zelf kan begrijpen. Zo heb ik eens een boek vertaald waarin een peuter een woord verkeerd uitsprak. Daar heb ik toen ‘augurp’ van gemaakt, omdat mijn eigen zoontje van drie dat altijd zei. Maar het is in de eerste plaats de stem van de schrijver die moet klinken. En dan hoop ik maar dat ik die stem goed getroffen heb.

De Israëlische schrijver Amos Oz, van wie ik veel vertaald heb, kwam vaak naar Nederland als er een nieuwe vertaling van hem verscheen. Als er dan een stukje van mijn vertaling werd voorgelezen, verstond hij er geen woord van, maar hij zei altijd dat het precies goed klonk. Hij was een wellevend man.

Vertalers voeren al jaren actie voor meer zichtbaarheid. Dat is natuurlijk prima. Het ligt er alleen wel aan hoe je zichtbaarheid definieert. Een uitgever zei een keer tegen me: ‘Vertalers moeten onzichtbaar zijn, dus hoeven ze ook niet op het titelblad vermeld te worden.’

Dergelijke ideeën moeten natuurlijk uitgeroeid worden. Weet die uitgever wel hoeveel moeite het kost om onzichtbaar te lijken? Alleen daarom al zou de naam van de vertaler met grote letters op het omslag moeten staan.

Dat gebeurt gelukkig ook steeds vaker. Zij het niet bij de genoemde uitgever. Die heeft het nog jarenlang gepresteerd om de vertalersnaam weg te stoppen in het colofon. Tenzij je de Nijhoffprijs had gewonnen. Dan mocht je op het titelblad.

Toen ik zelf die felbegeerde prijs in de wacht sleepte, was ik toevallig net met een boek voor de bewuste uitgever bezig. Voor de zekerheid heb ik hem toen nog even aan zijn principe herinnerd. Hij begon flink te mopperen, maar mijn naam kwám op het titelblad.

De vraag is echter of de hand van de vertaler ook zichtbaar moet zijn in de vertaling zelf.

Daar wordt verschillend over gedacht. Een bekende vertaler schreef: ‘Ik ben voor vertalingen die zich hetzelfde durven permitteren als zelf bedachte schrijfsels.’

Die drukt er dus bewust wél een eigen stempel op. Maar met welk recht, denk ik dan. Stel, je bent een schrijver, je hebt je woorden zorgvuldig gekozen, en dan komt een vertaler er een bepaald woord in fietsen. Omdat hij dat zo’n leuk woord vindt, en omdat hij denkt – zo schreef diezelfde vertaler – dat de vertaling ‘er meteen enorm van zal opfleuren’.

Het kan natuurlijk zijn dat een vertaler intuïtief aanvoelt dat een bepaald woord heel goed in de tekst zou passen. Maar dan moet de tekst daar wel aanleiding toe geven. Je moet geen dingen gaan invullen voor de schrijver. Dan kun je beter zelf schrijver worden.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.