In september verscheen Gevoelige informatie, de eerste Nederlandse vertaling van een boek van Eshkol Nevo. Nevo (1971) is in Israël een van de meest succesvolle ‘jongere’ schrijvers, en ook in diverse buitenlanden is werk van hem vertaald. Het werd dus tijd om hem ook te introduceren bij het Nederlandse publiek.
Nevo schrijft heel leesbaar, maar wel met psychologische diepgang. Zijn hoofdpersonen verkeren vaak in een crisis, veroorzaakt door een verstoorde gezinssituatie, recente of dreigende scheiding, dood van de partner of problemen met of zorgen om kinderen. Hij weet mooi de spanning in zijn verhalen op te bouwen. Het is echt een plezier om zijn werk te vertalen.
Vorig jaar heb ik geprobeerd enkele uitgevers te interesseren voor een Nederlandse vertaling van Nevo’s boek Sjalosj komot (2018; Drie verdiepingen), drie samenhangende novellen die zich afspelen in en om één flatgebouw, waarin telkens een andere bewoner de hoofdrol speelt. Helaas lukte het niet om dit boek bij een Nederlandse uitgever onder te brengen. Ik was dan ook aangenaam verrast toen ik van Spectrum (het nieuwe literaire fonds van Unieboek | Het Spectrum) het verzoek kreeg om Nevo’s meest recente boek Gever nichnas bapardes (letterlijk vertaald: Een man loopt de citrusboomgaard in) te vertalen. En nu is het boek dus verschenen, onder de naam Gevoelige informatie.
Net als Sjalosj komot bestaat Gevoelige informatie uit drie novellen, elk verteld door één hoofdpersoon. Anders dan in Sjalosj komot hangen de verhalen niet echt samen, maar ze spelen zich af in dezelfde tijd en omgeving en er is wel een duidelijke thematische verwantschap.
Eshkol Nevo, Gevoelige informatie. Novellen. Vertaald uit het Hebreeuws door Hilde Pach. Spectrum, Amsterdam 2022 . € 24,99
De NRC gaf in deze recensie vier ballen aan Gevoelige informatie.
Het Belgische weekblad Knack Focus publiceerde een enthousiaste recensie, die je hier kunt lezen.
Ook het Friesch Dagblad was te spreken over het boek; je leest het hier.
En lees vooral ook deze recensie op boekensite Bazarow.
Eshkol Nevo kreeg voor zijn boeken in Israël en daarbuiten diverse prijzen en werd genomineerd voor de Sapirprijs (vergelijkbaar met de Librisprijs) en de Franse Prix Femina étranger.
Hieronder een korte impressie van de inhoud
Weg des doods
De eerste novelle, ‘Derech hamavet’, ‘Weg des Doods’, gaat over een jong Israëlisch echtpaar van wie de man tijdens hun huwelijksreis in Bolivia verongelukt. Het wordt verteld door Omri, een pas gescheiden man met een dochtertje van acht. Hij heeft het echtpaar in Bolivia ontmoet. Na terugkomst in Israël zoekt Omri weer contact met Mor, de jonge weduwe. Omri en Mor zoeken troost en bescherming bij elkaar, ook als Mor gaandeweg wat duistere kanten blijkt te hebben. Dan doet ze hem een verzoek doet dat haar misschien kan redden maar zijn toekomst in gevaar brengt.
Familiehistorie
De tweede novelle, ‘Historia misjpachtiet’, ‘Familiehistorie’, gaat over dr. Karo, een oudere medisch specialist, pas weduwnaar geworden, die vaderlijke gevoelens koestert voor een jonge vrouwelijke arts in opleiding. Zij interpreteert zijn gedrag echter anders. Karo neemt een gewaagde stap, die hem dicht langs de afgrond voert.
Een man loopt de citrusboomgaard in
De derde novelle heet ‘Gever nichnas bapardes’, ‘Een man loopt de citrusboomgaard in’, tevens de titel van het originele boek. De titel verwijst naar een verhaal uit de Talmoed, waarin vier Torageleerden de pardes binnengaan. Pardes betekent ‘citrusboomgaard’, maar is ook een acroniem voor de vier verschillende soorten exegese van de Tora: letterlijk, allegorisch, onderzoekend, esoterisch. Een van de vier geleerden sterft, een wordt krankzinnig, een valt van zijn geloof en slechts een keert heelhuids terug. In de novelle is sprake van een man die tijdens een wandelingetje met zijn vrouw daadwerkelijk verdwijnt in een citrusboomgaard en niet meer terugkomt. Na maanden zoeken en een hallucinante ervaring in de boomgaard verzoent zijn vrouw zich met de situatie.
Je zou kunnen zeggen dat alle hoofdpersonen in het boek de boomgaard binnengaan, in zekere zin hun leven wagen, maar uiteindelijk toch proberen een soort verzoening te bereiken, waarbij in alle gevallen de relatie met hun kinderen een belangrijk motief vormt.
Hieronder kun je een fragment lezen van de tweede novelle, ‘Familiehistorie’.
Familiehistorie
Ik probeer het moment vast te stellen waarop Liat zich ging onderscheiden van de rest – en tot object werd.
Ik denk dat dat was toen ik haar in zichzelf de Sonate 664 in A- van Schubert hoorde neuriën. Ze stond in de zusterspost en typte instructies in. Ik was op weg naar de post om te informeren wat er was gebeurd met de aanvraag voor een CT van een van de patiënten, en ik hoorde het geliefde motief uit haar richting opklinken: ta-ta-tam, ta-ta-ta-ta-tam.
Het kan zijn dat ik me niet tot haar had moeten richten op dat moment. Maar mijn nieuwsgierigheid won het van me: wat moest een jong meisje als zij met dat vergeten werk, waarnaar volgens mij alleen ik nog luisterde?
Ze veegde een lok haar achter haar oor, bloosde licht en zei: ik weet het niet, dr. Karo. Ik zette de radio op een ander station vanochtend. In de auto, op de Ajalon. En plotseling kwam ik op de muziekzender terecht. En toen was daar die melodie. Van Schubert, toch?
Ja.
En ik vond het zo… mooi, dat ik hem gewoon niet op een ander station kon zetten.
Vooral het motief dat u… neuriede, zei ik knikkend. Het… brengt tranen in mijn ogen. Telkens opnieuw.
Ja, beaamde ze. En ze wierp me een verwonderde blik toe. En weer streek ze de lok haar – die intussen losgeraakt was – achter haar oor.
___
Ook de liefde van Niva en mij was ontbloeid door muziek. Door het eerste album van King Crimson, om precies te zijn.
We studeerden voor een tentamen anatomie in de studentenkamer van een van de studentes van ons jaar, Michal Dvoretski. We hadden besloten tot zo’n studiemethode: als we klaar waren met het bestuderen van het onderwerp, hielden we een pauze waarin de aanwezigen om de beurt mochten uitkiezen welke plaat uit de verzameling van Michal gespeeld zou worden. We fungeerden bij toerbeurt als een soort DJ.
Toen het Niva’s beurt was, koos ze In the Court of the Crimson King.
Ik herkende hem meteen, aan de rode hoes met de opengesperde mond.
Niemand was tevreden over haar keus. Verongelijkte kreten vulden de kamer. Iedereen wilde toen alleen maar Abba en Boney-M horen. Maar ik verdedigde haar recht om andere muziek onder de naald te leggen. Meer gecompliceerde muziek. En ik verkondigde aan alle aanwezigen dat de vrijheid om muziek te kiezen volgens je persoonlijke smaak verankerd was in de Franse Revolutie, die, zoals bekend als motto had: vrijheid, gelijkheid en vrije muziek.
En zo gebeurde het dat de eerste band die tussen ons gesmeed werd een band was van een minderheid die zich verdedigde tegen de tirannie van de meerderheid.
Ze behoorde niet tot de schoonheden van ons jaar, Niva. En totdat ze King Crimson onder de naald legde, had ze op mij de indruk gemaakt van een tamelijk verlegen meisje. Ze liep een beetje voorovergebogen. Altijd in een of andere te grote trui gedoken. Maar toen ze uitgerekend deze dramatische, theatrale muziek uitkoos, vroeg ik me heimelijk af of er onder die trui soms een vuur brandde dat alleen bestemd was voor ingewijden in de geheime leer, en aan het eind van de avond benaderde ik haar met grote aarzeling, het resultaat van heel wat blauwtjes die ik voorafgaande aan dit moment had gelopen bij leden van de tweede sekse, en vroeg ik haar of ze met mij naar de nieuwe James Bond wilde in de Edison-bioscoop.
In reactie glimlachte ze met stralende ogen en zei dat ze niet van James Bond hield.
___
Ik geloof dat de tweede keer dat ik de opmerkzaamheid van Liat opmerkte, in de koffiehoek was.
We kwamen er precies op hetzelfde tijdstip aan, niet het gebruikelijke hongertijdstip, en één amusant moment lang waren we net Barak en Arafat bij de binnenkomst voor de gesprekken in Camp David: elk van ons stond erop de ander te laten voorgaan…
Totdat zij uiteindelijk met een glimlach toegaf en ging bestellen.
In de koffiehoek is, behalve koffie, ook frisdrank en een beperkt assortiment sandwiches verkrijgbaar. Daaronder bevindt zich één eenzame sandwich die ik bijzonder lekker vind: avocado met feta.
Aangezien er niet veel animo voor is, maken ze er daarvan slechts twee. En nu, tot mijn verbazing, horen mijn oren Liat die bestellen, samen met rodegrapefruitsap. Ik wachtte geduldig totdat zij haar bestelling had gekregen, en toen bestelde ik ook een sandwich met avocado en feta, en nam ik er, zoals altijd, rodegrapefruitsap bij.
We stonden tegenover elkaar, bij het karretje, met dezelfde bestelling in onze handen. Het was duidelijk dat een van ons beiden een opmerking moest maken over de gelijkenissen die zich ophoopten tussen ons, en ik had me niet voorgesteld dat zij dat zou zijn.
En wat is dan uw lievelingsgéúr, dokter? vroeg ze. Zo, recht voor zijn raap, met overslaan van alle tussenstadia die gebruikelijk zijn tussen mensen die niet echt een intieme band hebben, en het feit negerend dat ik haar niet lang geleden ernstig berispt had in aanwezigheid van haar collega’s.
Mijn lievelingsgeur? Ik deed alsof ik twijfelde, hoewel ik het antwoord heel goed wist:
De geur van guave.
Ze knikte bevestigend. En de geur die u niet kunt verdragen?
De geur van een krant.
Elke krant?
In het bijzonder Haaretz.
Goh.
De inhoud is juist wel naar mijn smaak, legde ik uit. En het is de enige krant waarin ze besprekingen van jazzalbums publiceren waarover ik met Asaf, mijn zoon, kan praten. Maar onlangs heb ik een digitaal abonnement genomen en is mijn dilemma opgelost.
Ik ook! zei ze verwonderd. En ze dacht een paar seconden na, en ten slotte somde ze op, vinger voor vinger: Schubert. Guave. Grapefruits. Haaretz. Avocado met feta. Dat is toch wel een ding.
Vertaling uit het Hebreeuws: Hilde Pach