Rivke Basman is voor Grine medine-lezers geen onbekende. In diverse nummers verschenen gedichten van haar. De jonge classicus en germanist – en medewerker van dit blad – David Omar Cohen werd gegrepen door haar poëzie en stelde een bloemlezing samen met vertalingen van zijn hand.
De bundel, Reiken naar de tijd, verscheen bij Amphora Books in de Hebreeuwse Bibliotheek. De uitgever vindt dit een logische keuze, omdat Basman ‘vanuit de Hebreeuws-Israëlische context’ schrijft. Dat mag zo zijn, het doet toch wat vreemd aan, aangezien het echt om Jiddisje poëzie gaat. Maar goed, belangrijker is het feit dát het boek verschenen is. De publicatie van een bundel Jiddisje poëzie van één dichter is een vrij zeldzame gebeurtenis.
Onder haar tong
David Omar Cohen geeft in zijn inleiding een informatief, leesbaar overzicht van Basmans leven en werk, geïllustreerd met citaten uit haar gedichten. Ze werd in 1925 geboren in het Litouwse stadje Ukmergė (Jiddisj: Wilkomir). Jiddisj was haar moedertaal, en ook haar schoolopleiding kreeg ze in het Jiddisj. In de Tweede Wereldoorlog werd ze eerst naar Wilna gebracht en vervolgens zat ze twee jaar gevangen in het concentratiekamp Kaiserwald bij Riga. Om de moed erin te houden hield ze zich samen met leeftijdgenoten bezig met zang, dans en uit het hoofd geleerde poëzie. Ze schreef in het kamp ook poëzie, die ze bij haar bevrijding op onder haar tong gerolde papiertjes uit het kamp smokkelde. De meeste gedichten bleven meer dan 75 jaar ongepubliceerd. Begin dit jaar publiceerde Basman een bundel met drie in het kamp vervaardigde gedichten uit 1943, vergezeld van een voorwoord met haar herinneringen aan het kamp, net op tijd om opgenomen te worden in Cohens bloemlezing.
Joeng Jisroël
Na de oorlog bleek geen van Basmans familieleden nog in leven. Ze woonde twee jaar in Belgrado, waar ze haar toekomstige man ontmoette, de kunstschilder Sjmoeël – ‘Moela’- Ben-Chaim. Samen vertrokken ze in 1947 naar Palestina, waar ze zich vestigden in kibboets Hamaäpil. Basman werd lerares en bleef haar leven lang dichten. Ze sloot zich aan bij de Jiddisjtalige schrijversgroep Joeng Jisroël en in 1959 verscheen haar eerste dichtbundel.
In al haar bundels spelen haar ervaringen in de Tweede Wereldoorlog een rol, maar vrijwel altijd in bedekte termen. Iets wat samenhangt met wat ze in een van haar gedichten beschrijft, de moeite die het Sjoa-overlevenden kost om over hun herinneringen te vertellen.
Basman blijft echter niet in het verleden hangen; ze schrijft ook om de alledaagse dingen in haar omgeving, in Israël, maar ook in Moskou, waar haar man een aantal jaren cultureel attaché was. Daarnaast schrijft ze over schilderkunst, mede geïnspireerd door het werk van haar man. Na diens dood in 1993 schrijft ze voortaan onder de naam Rivke Basman Ben-Chaim. Veel van haar gedichten gaan nu over rouw, maar ook over de verbondenheid die ze nog steeds met hem voelt.
Vormvast
Het Jiddisj werd in Israël lang gezien als een bedreiging voor het Hebreeuws. Basmans keuze voor het Jiddisj was echter geen keuze tégen het Hebreeuws, aldus Cohen. Sommige van haar gedichten vertaalde ze zelf in het Hebreeuws, maar Jiddisj bleef toch de taal waarin ze zich het meest thuis voelde. Inmiddels wordt Basman beschouwd als een van de belangrijkste hedendaagse Jiddisje dichters. Ze is nog altijd actief in de Jiddisjtalige gemeenschap in Israël.
Cohen koos voor zijn bloemlezing gedichten uit alle veertien bundels van Basman, met gedichten, geschreven tussen 1943 en (bijna) nu. De originele gedichten zijn – op enkele uitzonderingen na – niet in oisjes (Hebreeuwse letters) afgedrukt, maar in transcriptie. Vreemd genoeg is er gekozen voor de op het Engels gebaseerde YIVO-transcriptie, waar een Nederlandse transcriptie toch meer voor de hand had gelegen.
Zoals de meeste Jiddisje dichters schrijft Basman vormvaste poëzie, met een duidelijk metrum en rijm. Haar woordkeus is eenvoudig, wars van sentimentaliteit. Sommige gedichten hebben iets lichts en luchtigs, maar Basman roert ook zware thema’s als vervolging en verlies aan, die door haar bijna terloopse toon des te meer indruk maken.
Het vertalen van dergelijke poëzie is verre van eenvoudig. De vertaler ontkomt er niet aan compromissen sluiten op het gebied van vorm en inhoud. Ook Cohen heeft hier zichtbaar mee geworsteld, maar in de meeste gevallen heeft hij voortreffelijk werk verricht.
Rivke Basman Ben-Chaim, Reiken naar de tijd. Jiddische gedichten. Samengesteld, vertaald en ingeleid door David Omar Cohen. Hebreeuwse Bibliotheek VI. Amphora Books 2021. 203 p. € 18,50
Drie gedichten
Tot slot publiceren we hier drie gedichten van Basman, in oisjes en in vertaling. Om te beginnen ‘Kies het ongekozene’, het openingsgedicht van haar eerste bundel Toibn baim broenen (Duiven bij de bron, 1959). In dit gedicht spreekt Basman volgens Cohen de opdracht uit die ze zichzelf met haar poëzie heeft gesteld.
דערקליַיב דאָס ניט-דערקליבענע
,דערקליַיב דאָס ניט-דערקליבענע
.דערזינג דאָס ניט-דערזונגענע
,נעם אױף פֿאַר די געבליבע
,און רעד פֿאַר זײ דאָס ניט-דעררעדטע
,און בעט פֿאַר זײ דאָס ניט-געבעטענ
און די, װאָס היטן פּאַזע װעגן
,טריט פֿון די פֿאַרזונקענע
,מיט זײ דערזינג די רעשט פֿון גרױל
.דאָס ניט-דערזונגענע
(פֿון: טױבן ביַים ברונעם, 1959)
Kies het ongekozene
Kies het ongekozene,
bezing het onbezongene.
Ontvang voor de geblevenen
en zeg voor hen het ongezegde,
en bid voor hen het ongebedene,
en zij die waken langs de wegen
over de stappen van de verzonkenen,
bezing met hen de resten van de gruwelen,
het onbezongene.
(Uit: Toibn baim broenem (Duiven bij de bron), 1959)
אין טאָג פֿון חורבן
מיר דאַכט זיך
קײן מאָל האָב איך ניט געפֿילט
.אַזױ געשמאַק דעם טעם פֿון ברױט
,װען כ’װאָלט געקענט דעם בעקער
,װאָס איך האָף איז אין קײן לאַגער ניט געװען
װאָלט איך באַדאַנקט אים
מער װי עס קען אַ מענטש באַדאַנקען
–,פֿאַר אַזאַ געשמאַקן ברױט
נאָר קײן אײנציק װאָרט אים ניט דערצײלט
.פֿון אַ הונגער ביז צום טױט
(פֿון: דער שמײכל פֿון אַ בױם, 2016)
Op de Sjoa-herdenkingsdag
Volgens mij
heb ik nog nooit zo genoten
van de smaak van brood.
Als ik de bakker had gekend,
die hopelijk nooit in een kamp heeft gezeten,
dan zou ik hem hebben bedankt,
meer dan een mens bedanken kan
voor zulk verrukkelijk brood –
maar met geen enkel woord verteld
van een honger tot de dood.
(Uit: Der sjmejchl foen a boim (De glimlach van een boom), 2016)
עס טרעפֿט
עס טרעפֿט, מען דאַרף נעמען דאָס לעבן
:פֿאַרן גאָרגל און אים זאָגן
–אָדער איך, אָדער דו
,און אױב דו ביסט טאַקע מיַין פֿרײד
–לאָמיר ניט װערן צעשײדט
הער איך זיַין אָטעם װאַרעם און שטיל
:װי ער װאָלט מיר זאָגן
װי דו, אױך איך װיל
,רײדן צו דיר װאַרעמע רײד
–קלער ניט פֿון װערן צעשײדט
אַזױ האָט דאָס לעבן געזאָגט מיר זיַין קלאַנג
און איך – מיט אַ ליכטיקער טרער אין געמיט
,האָב געענטפֿערט, שטילער װי ער
.מיַין דאַנק און מיַין ליד
(פֿון: אײביקע װעגן, 2018)
Het komt voor
Het komt voor, dat je het leven
bij de keel moet grijpen en hem zeggen:
óf jij, óf ik –
en als je werkelijk mijn vreugde wilt heten,
laat ons dan geen afscheid moeten nemen –
dan hoor ik zijn adem warm en stil
alsof hij me zeggen wil:
Ook ik wil, net als jij,
tot je spreken met warme woorden,
denk niet aan gescheiden worden –
zo liet het leven me horen zijn stem
en ik, met in mijn hart een traan vol licht
heb hem geantwoord, stiller dan hij,
mijn dankbaarheid en mijn gedicht.
(Uit: Ejbike wegn (Eeuwige wegen), 2018)
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Grine medine 76 (juli 2021), p. 64-69