Het zal deze en gene misschien zijn opgevallen dat ik de laatste tijd weinig over hardlopen heb geschreven. Dat heeft verscheidene oorzaken, waarover ik het misschien ook nog wel eens zal hebben, maar de voornaamste is toch wel dat ik opgestapt ben als lid van de redactiecommissie van Moving People, het ledenblad van Le Champion. Dat had een reden. Die reden heb ik nogal expliciet geformuleerd in wat mijn afscheidscolumn had moeten worden. De hoofdredactrice zat er maar mee. Le Champion doet niets liever dan vlaggen en spandoeken ophangen, maar net als andere organisaties houdt men de vuile was liever binnen. Dus uiteindelijk bleek er toch geen plaats voor mijn column. Ik was niet verbaasd, maar nog wel boos. Totdat ik me in een melancholieke bui opeens afvroeg waarom mensen toch zo vaak boos op elkaar zijn, ook – of juist – als ze het beste met de wereld voor hebben. Waarom kwetsen mensen elkaar zo vaak, terwijl ze ook zouden kunnen proberen elkaars standpunten te begrijpen? In deze voor mij zéér onkarakteristieke stemming schreef ik een nieuwe versie van mijn column, voor het volgende nummer. De hoofdredactrice was er wel tevreden mee, geloof ik, maar ze wilde hem toch niet plaatsen, omdat we inmiddels ‘in heel ander vaarwater’ waren terechtgekomen. Wat voor vaarwater dat is, daar ben ik nog niet achter, maar er zou wel een stukje in het blad verschijnen waarin ik naar behoren bedankt en geprezen zou worden. Dat stukje is er inderdaad gekomen, maar nu zit ik nog met mijn verzoenende column. Gelukkig ben ik over mijn website zelf de baas. Bij dezen dus. En ja, ik zal het missen, het schrijven voor Moving People.
In 2006 liep ik mijn eerste Dam tot Damloop. Ik startte achteraan en ben zestien kilometer lang bezig geweest mensen in te halen. Meteen daarna werd ik lid van Le Champion. Ik had inmiddels gehoord dat je als lid in een apart vak vooraan startte en korting kreeg op het inschrijfgeld. Door oudgediende Championners worden mensen als ik ‘consumptieve leden’ genoemd. De korting werd overigens snel afgeschaft en in dat speciale startvak stond ik zelden, omdat ik meestal voor een goed doel liep en dan mocht je ook in een apart vak. Toch bleef ik lid. Ook consumptieve leden kunnen trouwe leden worden. Bij het lidmaatschap hoorde een maandblad, Le Champion. De toenmalige hoofdredacteur kende ik nog uit de redactie van een ander blad. Ik vroeg hem of hij het leuk vond als ik af en toe iets voor het blad schreef. Dat vond hij. Ik mocht graag de grenzen van het mandaat een beetje oprekken en kreeg daar ook alle ruimte voor. Dus niet alleen maar schrijven over evenementen van Le Champion, maar ook bedenken waarin leden van de club geïnteresseerd zouden kunnen zijn. Oók de ‘consumptieve leden’.
Zo schreef ik over geocaching, trailrunning en de homoatletiekvereniging DGLA. Ik interviewde schrijver Abdelkader Benali, staatssecretaris Fred Teeven en de negentigjarige sterrenkundige Kees de Jager over hun hardlooppassie. Ruim een jaar geleden kreeg het blad een nieuwe naam, Moving People. Daar was ik minder blij mee. Maar de nieuwe lay-out was mooi en bood meer ruimte voor langere, dieper gravende verhalen, of juist voor kortere artikelen met meer foto’s. Ik wilde daar graag aan meewerken, maar toch heb ik nu besloten de redactiecommissie te verlaten. Waarom? Ik was boos. Op het bestuur en de ledenraad, die vonden dat Moving People te veel geld kostte en daarom besloten het aantal pagina’s te verminderen en goedkoper papier te gebruiken. Zonder daarover de redactiecommissie te raadplegen. Ik ben ervan overtuigd dat we gezamenlijk tot een creatievere oplossing hadden kunnen komen. Le Champion is een club om trots op te zijn. Dat moet ook tot uiting komen in het maandblad. De redactiecommissie is zich daarvan voortdurend bewust. Ik hoop dat het bestuur zich dat ook realiseert en alsnog samen met de redactiecommissie wil nadenken over de toekomst van Moving People. Ik blijf het volgen, kritisch, maar hopelijk niet meer boos.