De oorsprong van het hardlopen als sport ligt in Griekenland. En dan niet alleen in Marathon, maar ook in de stadions van Olympia, Nemea, Delphi en andere plaatsen. In de zomervakantie heb ik in de omgeving van Athene en op de Peloponnesus het spoor van de sportieve oude Grieken gevolgd en geconstateerd dat er nog best te lopen valt op zo’n antieke hardloopbaan.
Vrijwel elke hardloper kent het verhaal van de koerier Pheidippides, die na de Slag bij Marathon (490 v. Chr.) in één dag de 42 kilometer van Marathon naar Athene aflegde om de overwinning van de Grieken op de Perzen te verkondigen. Nadat hij de heuglijke tijding had overgebracht, viel hij dood neer. Volgens het verslag dat de Griekse historieschrijver Herodotus er vijftig jaar later over schreef, liep Pheidippides echter helemaal niet van Marathon naar Athene, maar van Athene naar Sparta, een afstand van 246 kilometer, die hij in twee dagen aflegde, en zonder dood neer te vallen. Hij werd al voordat de strijd beslecht was naar Sparta gestuurd om de Spartanen om hulp te vragen. Dezen wilden echter pas vertrekken als het volle maan was. Daar konden de Atheense strijders niet op wachten, maar gelukkig slaagden ze erin op eigen kracht van de Perzen te winnen. Pas vijfhonderd jaar later duikt bij de Latijnse schrijver Plutarchus het verhaal op van een koerier die na de overwinning van Marathon naar Athene liep. De negentiende-eeuwse Engelse dichter Robert Browning combineerde in zijn gedicht ‘Pheidippides’ (1879) beide verhalen: hij liet de koerier eerst naar Sparta en terug lopen en vervolgens, na de overwinning, nog eens van Marathon naar Athene. Waarna hij dood neerviel. Naar verluidt vormde Brownings gedicht de inspiratiebron voor de organisatoren van de marathon tijdens de eerste moderne Olympische Spelen, die in 1896 in Athene werden gehouden. Sindsdien loopt er een marathonparcours van Marathon naar Athene, en de marathon vindt nog elk jaar plaats. De eerstvolgende editie is op 4 november 2007 (zie www.athensclassicmarathon.gr).
Het huidige Marathon is een onopvallend stadje ten noordoosten van Athene. Maar het verleden wordt er niet vergeten. Er is een gedenkzuil voor de Slag bij Marathon en een grafheuvel waar de Griekse slachtoffers onder begraven liggen. Aan de lotgevallen van Pheidippides worden weinig woorden vuilgemaakt. Wel wordt het startpunt van het tegenwoordige marathonparcours aangegeven met een bord:
Het parcours loopt grotendeels over de hoofdweg naar Athene, en wijkt alleen van de weg af om een rondje te maken om de grafheuvel heen. Op het eerste deel van het parcours is nog duidelijk een blauwe lijn op het wegdek zichtbaar.
De marathon eindigt in het Panathinaikon-stadion in Athene. Gesteld dat Pheidippides inderdaad zijn laatste adem in Athene heeft uitgeblazen, dan toch niet in dit stadion, want het werd oorspronkelijk gebouwd in de vierde eeuw v. Chr., dus zeker honderd jaar later. Ter gelegenheid van de eerste Olympische Spelen in 1896 werd het stadion in oude luister hersteld. Voor de spelen van 2004 kreeg het een nieuwe opknapbeurt en diende het als locatie voor het boogschieten, en natuurlijk nog steeds als de finish van de marathon.
De loop eindigt bij het standbeeld (uit 1968) van de Spartaanse koning Leonidas voor het voetbal- en atletiekstadion van Sparta. In Sparta herinnert overigens vrijwel niets meer aan het roemruchte verleden van de stad, laat staan aan de race van de koerier uit Athene. Maar als het toen net zo warm was als tijdens ons bezoek, zou het niet verwonderlijk zijn als hij uiteindelijk toch het loodje heeft gelegd:
Sport in de oudheid
Zowel de marathon als de Spartathlon zijn moderne sportevenementen, gebaseerd op een roemruchte gebeurtenis die op zichzelf geen sportief karakter had. Maar de oude Grieken organiseerden wel degelijk grootschalige sportactiviteiten. De oudste, grootste en bekendste waren de Olympische Spelen, die tussen 776 v. Chr. en 393 na Chr. – dus meer dan duizend jaar! – onafgebroken om de vier jaar gehouden werden ter ere van de god Zeus. Uit heel Griekenland en later ook van daarbuiten kwamen de atleten en de toeschouwers naar Olympia. Aanvankelijk stonden er alleen hardloopwedstrijden op het programma, maar geleidelijk aan werden er allerlei andere sporten aan toegevoegd, zoals worstelen, discus- en speerwerpen, verspringen en wagenrennen. Daarnaast traden ook dichters en redenaars tegen elkaar in het krijt.
Dergelijke spelen werden ook, op wat kleinere schaal, in andere heiligdommen gehouden, zoals in Delphi, Epidaurus en Nemea. Altijd ter ere van een of meer goden, maar zeker ook ter meerdere glorie van de atleten en tot vermaak van het publiek. In principe kon iedereen zich inschrijven – nou ja, je moest wel Griek zijn, én man – maar het feit dat de atleten zelf opdraaiden voor hun reis- en verblijfskosten beperkte het aantal deelnemers aanzienlijk. Succesvolle atleten werden vaak gesponsord door rijke stadgenoten, want steden beschouwden het als een grote eer om olympische winnaars in hun midden te hebben.
Niet in alle heiligdommen waren sportwedstrijden even belangrijk. Zo werd in Delphi, het heiligdom van Apollo, meer aandacht besteed aan muziekconcoursen. Maar overal was wel een atletiekstadion. Bij diverse opgravingen is met enige fantasie nog te zien hoe goed de atleten verzorgd werden. Zoals in dit badhuis in Nemea (links):
Vaak konden de atleten via een tunnel het stadion bereiken, dat meestal op een heuvel of in een kom lag, zodat er natuurlijke tribunes ontstonden. Het leuke is dat de stadions vrij toegankelijk zijn. Je kunt er dus nog steeds je eigen wedstrijdje lopen, al is het wel oppassen voor oneffenheden op de baan. Hierboven (rechts) het hooggelegen stadion van Delphi, waarvan de tribunes nog grotendeels intact zijn:
In de meeste stadions zijn de startblokken en soms ook de finishlijn behouden gebleven. Hieronder de startblokken in respectievelijk Nemea en Delphi:
De startblokken bestaan uit blokken van marmer of andere natuursteen met twee evenwijdige lijnen erin gekerfd. De bedoeling was dat de atleten met hun linkervoet tegen de voorste lijn aan stonden en met hun rechtervoet tegen de achterste. Zoals uit de foto’s blijkt, leidt dat niet automatisch tot een natuurlijke starthouding, maar misschien scheelde het dat de hardlopers in de oudheid naakt waren en dus ook op blote voeten liepen. Voor en naast de startblokken was een vernuftig startmechanisme aangebracht met een touw dat voor de deelnemers langs was gespannen en op het moment van de start door een priester naar beneden getrokken werd.
Verval
Toen Griekenland in de tweede eeuw v. Chr. een Romeinse provincie werd, bleven de diverse spelen gewoon doorgaan en werden de stadions vaak zelfs verfraaid en met marmer bekleed. Ze werden niet meer uitsluitend voor atletiek gebruikt. Zo fungeerde het Panathinaikon-stadion in Athene in 120 na Chr. als arena voor een spektakelshow waarbij duizend wilde dieren werden afgeslacht. Dit alles ter gelegenheid van de inhuldiging van keizer Hadrianus.
Pas in de vierde eeuw, toen het christendom het voor het zeggen kreeg, was het gedaan met de sport. De vroege christenen hielden niet van uiterlijk vertoon en vonden de verheerlijking van het lichaam moreel verwerpelijk. De stadions raakten in verval, werden verwoest door barbaren of getroffen door een aardbeving. Het heeft eeuwenlang geduurd voordat hardlopen als sport weer in de mode kwam, maar als de oude Grieken vanuit de Onderwereld een blik zouden kunnen werpen op het huidige hardloopgebeuren, zouden ze zich er misschien over verbazen dat er tegenwoordig ook op grote schaal buiten de stadions wordt gelopen, maar wellicht eveneens met voldoening constateren dat er nog heel wat van hun tradities bewaard is gebleven.
Oorspronkelijk gepubliceerd op de website van hardloopvereniging ZOEV in augustus 2007, in verkorte vorm verschenen in Le Champion januari 2008