Ja, het wordt weer Boekenweek, en dus wordt er weer gemord over het strikte toelatingsbeleid voor het Boekenbal. Ook ik heb daarover een klein klaagzangetje. Bij dezen.
Als literair vertaler heb ik nooit een uitnodiging voor het Boekenbal gehad. Zelfs niet nadat ik de Nijhoffprijs had gekregen. Zelfs niet toen ik in de jury van de Librisprijs zat. Zelfs niet toen een door mij vertaald boek wekenlang bovenaan stond in de CPNB Bestseller 60. Toch heb ik één keer het Boekenbal bezocht. In 1997 was ik lid van het bestuur van de Vereniging van Letterkundigen. Tot onze verbazing kregen we dat jaar voor het eerst Boekenbal-uitnodigingen voor het héle bestuur toegestuurd. Nadat we hadden laten weten dat we graag kwamen, kregen we per omgaande een reactie: er was een vergissing gemaakt; we hadden maar recht op één uitnodiging. Jammer maar helaas. We besloten te loten en het lot viel op mij. Ik kocht nog snel een hemelsblauwe jurk (het thema was God of hemel of iets dergelijks), mijn man een stropdas met hemellichamen erop en we werden zonder problemen toegelaten. We ontmoetten een heleboel bekenden, van wie de meerderheid grappig genoeg géén schrijver was, maar bijvoorbeeld medewerker bij een uitgeverij, boekhandelaar, Tweede Kamerlid of gewoon partner van een genodigde. We hadden een leuke avond, maar achteraf bleek ook deze ene uitnodiging een vergissing te zijn. Voortaan waren alleen bestuursleden welkom die als schrijver via hun uitgeverij toch al een uitnodiging hadden gekregen. Ja, duhh…