Na het afbranden van sporthal De Blinkerd en twee grote bosbranden doemde op de wedstrijddag nóg een obstakel op voor de Groet uit Schoorl Run: sneeuw. Maar ook deze hindernis werd overwonnen en het werd een mooie loop. Een verslag van de 10 kilometer.
Voor de zekerheid kijk ik zaterdag op de website van de Groet uit Schoorl Run. Onder Nieuws staat: “Groet uit Schoorl gaat definitief door”, met een filmpje waarin race director Cees Pronk in een sprookjesachtig sneeuwdecor laat zien dat alle paden zijn schoongeveegd. De weersverwachting spreekt van enkele vlokjes sneeuw in het zuidoosten van het land. Zondagochtend kijk ik uit het raam: het sneeuwt. In Amsterdam. En Buienradar leert dat het sneeuwfront zich ook tot Schoorl uitstrekt. Toch nog maar even op de website kijken. Nog steeds dat filmpje. Verder geen nieuws. We wagen het erop.
Tent
Ik doe dit jaar mee aan de 10 kilometer. Officieel de hoofdafstand, maar dat zou je op station Amsterdam Amstel niet zeggen: ik zie maar twee paar andere hardloopschoenen instappen. Pas vanaf Sloterdijk begint de loop er in te komen. Bij aankomst in Alkmaar sneeuwt het nog steeds. We kunnen meteen in de bus enbinnen een half uur staan we in Schoorl. In de sneeuw. Ik kom een paar bekenden tegen die net de 21 kilometer hebben gelopen. De commentaren variëren van “best te doen” tot “koud” en “glibberig”. Afwachten maar…
Op de plaats van de afgebrande sporthal De Blinkerd staat een enorme tent, waar het krioelt van 21- en 30-kilometerlopers die hun taak hebben volbracht en 10-kilometerlopers die nog moeten. Het is er in elk geval lekker warm. Rechts de helpdesk, de infobalie en de T-shirtuitgifte, links de tasseninname, en achterin een winkeltje met hardloopkleding. Aparte kleedkamers en douches zijn er niet, maar gezien de riemen waarmee de organisatie moest roeien mogen we eigenlijk niet klagen. Ook in het gastenboek overheerst de lof. Al zijn er mopperaars zoals Stefan uit Alkmaar, die schrijft: “volgende groet uit schoorl loop. graag meer kleed gelegenheid. De drie tenten en het overblijfsel van de blinkerd. was onvoldoende. Na 30 km lopen was effen zitten er niet bij. het was dringen. de kleed gelegenheid graag tweemaal zo groot.”
Luchtig
Tegen de tijd dat we van start gaan is het opgehouden met sneeuwen. Het is rond het vriespunt, maar het waait nauwelijks. Lekker loopweer dus! Ik heb de afgelopen weken te weinig trainingskilometers gemaakt, en glibberige paden zullen het tempo niet bevorderen, dus de illusie dat ik een snelle tijd zal lopen heb ik al uit mijn hoofd gezet. Ik stel me bescheiden op achter in het startvak van de recreanten en zie dus niets van de nationale en internationale toplopers. Ook de wel erg luchtige outfit van de Britse Michelle Ross-Cope ontgaat mij. Ze is er overigens wel eerste mee geworden, in 33.02. De mannelijke winnaar, Koen Raymaekers, liep, in aanzienlijk decenter kledij, 28.50, gevolgd door Patrick Stitzinger (29.11) en Michel Butter (29.12). Twee en drie bij de dames werden Merel de Knegt (33.07) en Sabine van de Reijt (34.47).
Vooralsnog valt het erg mee met de gladheid. Het eerste stuk gaat over een sneeuwvrije asfaltweg. Na een kilometer of drie komt het kerkje van Groet in zicht, pittoresker dan ooit. Er staat ook nog een orkestje te spelen. Dan gaan we de duinen in. In september heb ik het parcours wandelend afgelegd, om voor dit blad de gevolgen van de brand in ogenschouw te nemen. Van de toen zwartgeblakerde hei is nu niets te zien, alles is bedekt onder een laag sneeuw. Ik realiseer me trouwens pas halverwege dat ik wat meer om me heen zou moeten kijken. Het is hier zo mooi! Maar ik moet op de weg letten. Het pad waar we nu op lopen, is hier en daar best glad. Ik probeer zoveel mogelijk in de berm te lopen, een beetje hobbelig, maar wel bedekt met rulle, stroeve sneeuw. Gelukkig zijn er weinig mensen die op hetzelfde idee komen, en ik haal zowaar een heleboel lopers in op die manier!
Striptease
Na vijf kilometer zijn we op de helft. Hier is het verzorgingspunt, waar toegewijde, warm ingepakte vrijwilligers (“de echte helden”, schrijft Peter den Exter uit Heerhugowaard in het gastenboek) met water en sportdrank klaarstaan. Twee kilometer later slaan we bij de Berenkuil links af. Op mijn inspectietocht in september heb ik hier een heerlijk broodje kroket gegeten. Dat zit er nu niet in. Wel is er muziek en veel publiek. Ik begin te voelen dat mijn voorbereiding niet optimaal is geweest, maar na een laatste, moeizame klim over de Schoorlse Zeeweg gaat het bergafwaarts en kan ik vaart maken. In mijn herinnering moest je trouwens bijna voortdurend licht klimmen bij deze loop, totdat je na acht kilometer steil naar beneden het dorp in liep. Ik merk nu dat het genuanceerder ligt: tussen het klimmen door zijn er ook wel stukjes waar je even naar beneden gaat, en die steile daling aan het eind is nu ook weer niet zó steil.
Na nog één gemeen bultje is de laatste kilometer zoals hij hoort te zijn, veel publiek langs de kant, aanmoedigingen (“nog maar twee kilometer”, roept een grapjas) en in de verte de stem van de omroeper. En na een laatste eindsprintje zit het er dan weer op. Wat mijn tijd betreft: laten we zeggen dat ik onder het uur ben gebleven… Intussen mag ik weer een mooie handdoek in ontvangst nemen (rood ditmaal) en dan volgt de laatste hindernis: het omkleden. Mijn tas is snel gevonden en ik vind een plaatsje vlak bij het kledingwinkeltje. De verkoper blijft stoïcijns onder de vele stripteaseacts die onder zijn ogen plaatsvinden en weet intussen ook nog af en toe iets te verkopen. Dan de bus in, en de trein, en snel met de fiets naar huis om dit stuk te schrijven. Het was een mooie dag.
Gepubliceerd in Le Champion maart 2010. Je kunt het artikel hier als PDF lezen.