‘Een warm bad’. Homo-atletiekvereniging DGLA bestaat tien jaar

Het lijkt een gewone hardloopwedstrijd op en om de atletiekbaan van AV ’23 in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Hooguit valt een loper op met een strak en glimmend broekje in regenboogkleuren. Of de ladyspeaker met ultrakort jurkje die twee politieagentes in uniform vrolijk begroet met: “Boei mij! Bind me vast!” Het ís ook een gewone wedstrijd, maar toch niet helemaal. Het is de Jubileumloop ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de Dutch Gay and Lesbian Athletics (DGLA), de eerste en enige Nederlandse atletiekvereniging voor homoseksuele mannen en vrouwen.

DGLA vierde op 2 mei het jubileum met een speciale editie van de jaarlijkse Roze Loop, met ruim 140 deelnemers uit binnen- en buitenland: ’s ochtends een wegwedstrijd over 5, 10 en 15 kilometer, ’s middags baanwedstrijden en technische nummers en ’s avonds feest.

“Mensen vragen wel eens waarom we ons afzonderen in een aparte vereniging, maar dat doen we juist niet”, zegt voorzitster Cinta Groos (47) een paar weken later. “We zijn lid van de Atletiekunie en draaien volop mee in de algemene atletiekwereld. Bewust. Want zo werken we aan de zichtbaarheid van homoseksuele sporters. We willen dat DGLA een vereniging is waar iedereen zich prettig en veilig voelt, en in het bijzonder homoseksuele mannen en vrouwen.”

Gay Games

Groos kwam kort na de oprichting bij de club en werd bijna meteen bestuurslid. De twee door haar genoemde elementen, enerzijds sporten in een groep met gelijkgestemden en anderzijds meedoen in het ‘gewone’ circuit, waren ook de uitgangspunten voor de zes oprichters tien jaar geleden. Zij hadden in 1998 het atletiekgedeelte georganiseerd van de toen in Amsterdam gehouden Gay Games, de ‘Olympische Spelen’ voor homosporters, en vonden dat dat een vervolg moest krijgen.

DGLA is vanaf de oprichting een volwaardige atletiekvereniging. Het is de enige homo-atletiekvereniging in Nederland. Wel zijn er multisportverenigingen, zoals Ketelbinkie in Rotterdam, die een atletiekafdeling hebben. Ook in het buitenland zijn er maar enkele specifieke atletiekverenigingen voor homo’s. Daarnaast zijn er loopgroepen, verenigd in de International Front Runners, waarvan DGLA ook lid is. Homoseksuele sporters nemen natuurlijk deel aan dezelfde evenementen als hetero’s, maar kunnen zich daarnaast eenmaal per vier jaar op mondiaal niveau meten bij de Gay Games, en sinds enkele jaren ook bij een afsplitsing daarvan, de Outgames. Voor Europese sporters zijn er de EuroGames, die in principe elk jaar plaatsvinden, georganiseerd door de in Amsterdam gevestigde European Gay and Lesbian Sports Federation (EGLSF). In 2011 en 2012 komt daarvan een bijzondere editie in Rotterdam en Boedapest. Het eerste jaar zullen de wedstrijden in Rotterdam plaatsvinden, het tweede jaar in Boedapest, waar de acceptatie van homo’s nog te wensen overlaat, zodat men wel een steuntje in de rug kan gebruiken. “DGLA is altijd behoorlijk vertegenwoordigd op deze evenementen,” zegt Groos, “en sleept aardig wat medailles weg.”

Trainingsweekend

DGLA traint op woensdag bij AV ’23 en op vrijdag in het Olympisch Stadion. Eenmaal per jaar is er een trainingsweekend, er is een Roze Loop in het voorjaar en een Pride Run voorafgaand aan de Gay Pride in de zomer. Het ledental schommelt al jaren rond de zeventig tot tachtig. “Op zich een prima aantal,” zegt Groos, “maar we zouden best wat groter willen worden.” De leden hoeven overigens niet per se homo te zijn: “Iedereen is welkom. We hebben ook heteroleden. Ze zijn met vrienden meegekomen of voelen zich gewoon thuis in de homoscene.”

Groos gelooft niet dat homo’s anders sporten dan hetero’s. “Ik ben ook lid van Phanos, maar ik zie echt geen verschil.” Wel heeft het voor haar een meerwaarde om met homo’s te lopen. “En wat ik vooral leuk vind, is dat ik hier mannelijke homo’s ontmoet. In de lesbische beweging in de jaren tachtig ging ik bijna alleen maar met vrouwen om en werd er een beetje wantrouwend naar mannen gekeken. Daar is bij DGLA geen sprake van.”

Wat opvalt, is de hoge gemiddelde leeftijd van de leden, die achter in de veertig ligt. Groos heeft daar geen duidelijke verklaring voor: “Bij loopjes vraag ik jonge lesbo’s er weleens naar, het lijkt erop dat ze niet de drang hebben zich in roze verband te organiseren.”

Politie

Op een woensdagavond in mei trainen een stuk of vijftien mensen onder leiding van Sisca de Wit op de baan van AV ’23. “Hardlopen kun je met iedereen,” zegt Tom Meertens (49) na afloop van de training, “maar het is prettig om te sporten met mensen met een zelfde achtergrond. En in het dagelijks leven kom ik weinig homo’s tegen, ik kom nooit in kroegen, bijvoorbeeld.” Meertens traint in een shirtje van de politie. Hij is redacteur van het politieblad. Met collega’s loopt hij jaarlijks de Dam tot Damloop, maar verder beschouwt hij zichzelf als een “absolute recreant”. “Tijdens de trainingen maken we vaak lol, we kletsen veel. Sisca wordt daar nooit boos om.” Hoewel er genoeg ambitieuze atleten bij DGLA zitten, vindt trainster Sisca de Wit het inderdaad geen probleem om lopers van verschillend niveau en met verschillende doelen in de groep te hebben. Ze heeft een gevarieerd programma, waarbij iedereen zijn eigen tempo kan bepalen. En lol maken is niet verboden.

Soortgenotenverband

Toos Rottinghuis (52) wilde in 1998 deelnemen aan de Gay Games, maar wist niet op welk onderdeel. “Uiteindelijk heb ik voor hardlopen gekozen. Dat ging goed en ik begon hardlopen leuk te vinden. Tijdens het schaatsen hoorde ik van iemand over DGLA. Dat bleek een goede keus. Ik ben net als Tom geen bartype en doe weinig andere dingen in ‘soortgenotenverband’, en dit is een heel prettige groep. Je hoort bovendien allerlei nieuwtjes, niet speciaal op homogebied, maar je merkt toch dat we een bepaalde interesse gemeen hebben. Op het gebied van uitgaan en film bijvoorbeeld.”

Jeanet de Waal (57) liep al een tijdje bij een andere hardloopgroep toen een kennis haar vroeg of ze wilde meedoen aan de Roze Loop bij het vijfjarig jubileum van DGLA. “Ik vond het erg gezellig. Bovendien is AV ’23 dicht bij mijn huis. Sindsdien train ik hier, samen met mijn vriendin. En ik merk ondanks mijn leeftijd nog steeds vooruitgang!” Ook de dingen eromheen bevallen haar, zoals de trainingsweekends, en haar bestuurslidmaatschap: ze is penningmeester. Evenmin als de anderen heeft Jeanet bij het hardlopen ooit nare ervaringen gehad die in verband stonden met haar geaardheid. Toch is ze blij dat DGLA er is: “Ik voel me hier veilig. Het is een warm bad.”

Zie voor meer informatie over DGLA de website www.dgla.nl.

De volgende Pride Run vindt plaats op 31 juli.

Gepubliceerd in Le Champion juli/augustus 2009

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.