Onder vrienden. Kibboetsverhalen van Amos Oz

In 1965 publiceerde Amos Oz zijn eerste verhalenbundel, Artsot hatan (De landen van de jakhals). De verhalen spelen zich af in de jaren vijftig in een fictieve kibboets, bewoond door ‘gewone’ mensen, die in één verhaal als hoofdpersoon optreden en in andere verhalen als bijfiguren. Begin 2012 publiceerde Oz opnieuw een verhalenbundel die zich afspeelt in een fictieve kibboets halverwege de jaren vijftig, Been chaveriem (Onder vrienden).

Wie beide boeken naast elkaar legt, ziet overeenkomsten, maar vooral verschillen. In Artsot hatan laat de jonge schrijver Oz zien hoe virtuoos hij met taal kan spelen, in Onder vrienden schrijft hij sober en beheerst. Beide boeken spelen zich af in hetzelfde milieu, maar in Artsot hatan is vaak sprake van heftige passie en er is voortdurend een dreiging van buitenaf voelbaar, gesymboliseerd door het gehuil van de jakhals. Onder vrienden is meer naar binnen gericht. Het is vaak melancholiek van toon, het gaat over mensen die eenzaam zijn binnen de groep, die verlangen naar een aanraking maar daar als het erop aankomt juist voor terugschrikken. En tot slot: in tegenstelling tot Artsot hatan  is Been chaveriem  wél in het Nederlands vertaald. Mijn vertaling verschijnt in januari 2013 bij De Bezige Bij.

Hieronder kun je vast het eerste deel lezen van het verhaal dat ik het mooiste vind – en niet alleen omdat de hoofdpersoon een Nederlander is.

 

Esperanto

 

De buurvrouw van Maarten van den Berg, Osnat, ging tegen de avond bij hem langs. Ze droeg een blad met een bord bedekt met een ander bord en een kopje bedekt met een schoteltje. Maarten woonde alleen en had een luchtwegaandoening, die kwam van te veel sigaretten roken. ’s Middags zat hij altijd op zijn kleine veranda, terwijl hij afwisselend de krant las en via een masker ademhaalde uit een zuurstoffles, omdat zijn longen niet genoeg lucht meer opnamen. Ook als hij ’s nachts sliep, ademde hij soms door zijn zuurstofapparaat. Desondanks stond hij elke ochtend om zes uur op en ging drie of vier uur aan het werk in de schoenmakerij, zo lang als zijn krachten het toelieten. Principes waren heilig voor hem en hij was het geloof toegedaan dat we allemaal alles wat we in ons hadden moesten investeren in lichamelijk werk. ‘Werk’, zei hij, ‘is zowel een morele als een psychische noodzaak.’

‘Ik heb iets lichts voor je meegebracht uit de eetzaal. Misschien moet je nu even de krant wegleggen en iets eten.’

‘Dank je wel. Ik heb geen honger.’

‘Je moet eten. Eet dan ten minste de omelet en de salade.’

‘Misschien later.’

‘Later is de omelet koud en verliest de salade zijn smaak.’

‘Ik word ook al koud en verlies mijn smaak. Dank je wel, Osnat. Je bent echt niet verplicht om je zorgen om mij te maken.’

‘En wie zal zich dan zorgen om je maken?’

3 reacties

  1. Dat smaakt naar meer, veel meer….. januari

    • jos gommers op 27 januari 2013 om 20:00
    • Reageer

    Vandaag “Onder vrienden” van Amos Oz, vertaling Hilde Pach gelezen, en ervan genoten, zoals eerder ook van “Dorpsleven”, van “Een verhaal van liefde en duisternis”, van “Verzen van het leven en de dood”. Schitterende vertaling ook ! Dank u wel, mevrouw Pach !

    1. Dank u wel, meneer Gommers, en ik ben blij dat u ervan genoten hebt!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.